Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 4 februari 2021 van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser, en [naam eiseres] , eiseres, te [plaatsnaam] ,
Procesverloop
Overwegingen
Feiten en omstandigheden
Bestreden besluit
Het college heeft voorts, vanwege het ontbreken van medewerking van eisers, geen reden gezien om de zorg in de vorm van een pgb te verstrekken, nu sprake is van een coulancehalve toekenning en niet gebleken is dat zorg in natura niet passend is.
Beroepsgronden
Verweer
Wettelijk kader
Oordeel van de rechtbank
alleen op de financiering. In eisers’ e-mail van 20 oktober 2019 is vermeld dat op 5 juni 2019 een gesprek is geweest met de jeugdprofessional over
de bekostigingvan de zorg op school door (het zorgprofiel) Hoogcomplex B. Hieruit concludeert de rechtbank dat eisers ten tijde van het voorstel van 5 augustus 2019 en het zorgaanbod in de brief van 23 augustus 2019 er van op de hoogte waren dat de vermelde zorgprofielen slechts bedoeld waren ter financiering van de zorg en dat die zorg meteen aan het begin van het schooljaar kon worden opgestart als zij hun akkoord gaven.
onder voorwaardenbereid te zijn zich intern
hard te makenvoor een pgb voor zorg op school. Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank van een expliciete toezegging van het college geen sprake. Eisers’ beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt daarom niet.
Conclusie
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk, voor zover dat betrekking heeft op de aanvraag van een pgb voor 3 uur (muziek)therapie per week thuis op woensdagochtend;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtsmiddel
Bijlage: Wettelijk kader
Artikel 1.1
jeugdhulp:
opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen: