ECLI:NL:RBZWB:2021:463

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 februari 2021
Publicatiedatum
5 februari 2021
Zaaknummer
AWB- 20_8345 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening wegens niet tijdige betaling griffierecht

Op 4 februari 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker een voorlopige voorziening heeft aangevraagd. Dit verzoek is op 7 september 2020 ingediend, maar verzoeker heeft verzuimd het verschuldigde griffierecht tijdig te betalen. De voorzieningenrechter heeft verzoeker gewezen op de verplichting tot betaling van griffierecht, zoals vastgelegd in artikel 8:82 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoeker heeft een beroep gedaan op betalingsonmacht, maar heeft geen onderbouwing voor dit beroep geleverd, ondanks een verzoek van de griffier om dit te doen. Op 11 januari 2021 is het beroep op betalingsonmacht afgewezen.

Daarnaast heeft verzoeker op 31 januari 2021 om uitstel van betaling gevraagd, maar dit verzoek is na de gestelde termijn ingediend en is daarom niet gehonoreerd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen en heeft geconcludeerd dat het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Verzoeker is in de gelegenheid gesteld om alsnog het griffierecht te betalen, met de waarschuwing dat bij niet tijdige betaling het beroepschrift niet-ontvankelijk kan worden verklaard.

De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat het verzoek niet inhoudelijk in behandeling zal worden genomen. Deze uitspraak is gedaan door mr. C.E.M. Marsé, in aanwezigheid van mr. A.J.M. van Hees, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/8345 PW VV

uitspraak van 4 februari 2021 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen,verweerder.

Procesverloop

Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek is op 7 september 2020 ontvangen.
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven.

Overwegingen

1. In artikel 8:82 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is de verplichting opgenomen tot betaling van griffierecht. Verzoeker is schriftelijk gewezen op deze verplichting. Verzoeker heeft een beroep gedaan op betalingsonmacht. Ondanks een verzoek van de griffier heeft verzoeker geen onderbouwing gegeven van zijn verzoek. Met de brief van 11 januari 2021 is het beroep op betalingsonmacht afgewezen.
Verzoeker is in de gelegenheid gesteld om alsnog het griffierecht te betalen. Daarbij is aan verzoeker meegedeeld dat het griffierecht uiterlijk op 26 januari 2021 moet zijn bijgeschreven op de rekening. Verzoeker is er ook op gewezen dat bij niet tijdige betaling het beroepschrift niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
2. De voorzieningenrechter constateert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen. Verzoeker heeft op 31 januari 2021 gevraagd om uitstel van betaling. Omdat dit verzoek na afloop van de gestelde termijn is gedaan, zal dit verzoek niet worden gehonoreerd. Het verzoek om voorlopige voorziening zal dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit betekent dat het verzoek niet inhoudelijk in behandeling zal worden genomen.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.E.M. Marsé, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.J.M. van Hees, griffier op 4 februari 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
De griffier is niet in de gelegenheid deze uitspraak te ondertekenen.
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.