ECLI:NL:RBZWB:2021:4615

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 september 2021
Publicatiedatum
16 september 2021
Zaaknummer
9030822 CV EXPL 21-701
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Rouwen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontbinding van de overeenkomst tot levering van warmte en kosten van afsluiting door Ennatuurlijk B.V.

In deze zaak vordert Ennatuurlijk B.V. de ontbinding van de overeenkomst tot levering van warmte met een consument, die zijn woning per brief heeft opgezegd. De consument heeft geweigerd om vooraf de kosten van afsluiting van de warmtelevering te betalen, wat Ennatuurlijk als voorwaarde heeft gesteld. De kantonrechter oordeelt dat de bepaling over de vooruitbetaling onredelijk bezwarend is en vernietigt deze op grond van artikel 6:233 sub a BW. De rechter stelt vast dat de consument de overeenkomst op 25 oktober 2018 heeft opgezegd, en dat Ennatuurlijk geen vastrecht kan vorderen vanaf 26 oktober 2018. De vordering van Ennatuurlijk tot betaling van de kosten van afsluiting en de afgifte van de meter wordt toegewezen, maar de vordering tot ontbinding van de overeenkomst wordt afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaak/rolnr.: 9030822 CV EXPL 21-701
vonnis d.d. 15 september 2021
inzake
de besloten vennootschap
Ennatuurlijk B.V.,
gevestigd te ‘s-Hertogenbosch,
eiseres,
gemachtigde: Janssen & Janssen Gerechtsdeurwaarders te Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
wonende te ( [postcode] ) Breda, aan de [straat] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna ‘Ennatuurlijk’ en ‘ [gedaagde] ’ worden genoemd.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het tussenvonnis van 18 mei 2021, met de daarin genoemde stukken;
b. de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling gehouden op 29 juli 2021;
c. de ter zitting genomen akte uitlating van Ennatuurlijk met producties 7 tot en met 17.
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2
2.1
Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de onbetwiste inhoud van de producties, staat tussen partijen het navolgende vast.
2.2
Bij akte van levering van 31 januari 2005 (productie 7 van Ennatuurlijk) heeft [gedaagde] de onroerende zaak aan de [straat] te ( [postcode] ) Breda in eigendom verkregen.
2.3
In de akte van levering staat onder meer vermeld:

ERFDIENSTBAARHEDEN/(KWALITATIEVE) RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
Inzake bestaande rechten en verplichtingen met betrekking tot het verkochte wordt verwezen naar een akte van levering op twaalf december negentienhonderdvierenzeventig (…) in welke akte onder meer voorkomt als volgt:
9. Koopster verbindt zich ten behoeve van de gemeente Breda en ten genoegen en ter controle van burgemeester en wethouders van deze gemeente of van de door dezen aangewezen instantie, de bij deze overgedragen centrale verwarmingsinstallatie:
A.
te allen tijde in goede toestand te houden en te onderhouden;
B.
de installatie aangesloten te doen houden op de gemeentelijke wijkverwarming;
C.
te voldoen aan de eisen en voorwaarden van de verordening “Voorwaarden Warmtelevering van de gemeente Breda” en ook voorzover het haar aangaat het in deze verordening gestelde stipt na te leven;
D.
bij werkzaamheden, welke tijdelijk of continu invloed hebben of kunnen hebben op het wijkverwarmingssysteem, tijdig het energie en waterbedrijf van de gemeente in kennis te stellen.
10. Koopster is ten genoegen van burgemeester en wethouders van Breda verplicht in de overeenkomsten, waarbij een of meer woningen worden doorverkocht, verhuurd of onder enige ander titel in gebruik gegeven, al die bepalingen op te nemen en aan de koper, huurder of gebruiker onder andere titel op te leggen, welke nodig zijn ter nakoming, uitvoering en ter waarborging van de onder 9 gestelde bepalingen en/of daaruit voortvloeien, waaronder in ieder geval de verplichting toegang tot de woning te verlenen aan de door of vanwege burgemeester en wethouders aangewezen personen voor het instellen van een onderzoek naar de deugdelijkheid van de sub 9 bedoelde installatie en de toestand waarin zij verkeert en voor het herstellen daarvan. Tot het aangaan van vorenbedoelde overeenkomsten mag koopster eerst overgaan, nadat haar gebleken is, dat de nieuwe eigenaar, respectievelijk huurder of gebruiker onder andere titel een schriftelijke overeenkomst met de gemeente Breda inzake de levering van warmte heeft gesloten.
2.4
Sinds 2014 is Ennatuurlijk de leverancier van warmte voor de gemeentelijke wijkverwarming in Breda.
2.5
In de “
Algemene Leveringsvoorwaarden warmte, koude en warm tapwater consument & kleinzakelijk” (hierna: algemene leveringsvoorwaarden) van Ennatuurlijk staat in de artikelen 2.3, 3.2, 6.6, 6.7, 14.1 en 16.2 het volgende vermeld (productie 1 van Ennatuurlijk):

2.3> Het Bedrijf is bevoegd niet over te gaan tot het stand brengen, uitbreiden of wijzigen van een Aansluiting dan wel hiervoor bijzondere voorwaarden te stellen, om aldus te voorkomen dat de belangen van het Bedrijf of die van één of meerdere Aanvragers of Verbruikers worden geschaad. (…)
3.2> (…) Onverminderd het bepaalde in artikel 11 lid van deze algemene voorwaarden zijn het vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen en wegnemen voor rekening van de Aanvrager of de Verbruiker, indien:
a. dit geschied op zijn verzoek;
(…)
6.6> Zowel de Verbruiker als het Bedrijf kunnen de overeenkomst tot Levering opzeggen. Opzegging door de Verbruiker dient met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal 15 werkdagen te geschieden. Opzegging door het Bedrijf dient gemotiveerd en schriftelijk te geschieden en is slechts mogelijk in geval van zwaarwichtige belangen en met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal negentig dagen.
6.7> Indien de Verbruiker de overeenkomst niet binnen de in lid 6 bedoelde opzegtermijn heeft opgezegd, alsmede indien het Bedrijf niet binnen de opzegtermijn in de gelegenheid is gesteld de voor de beëindiging van de overeenkomst noodzakelijke handelingen te verrichten, blijft de Verbruiker gebonden aan hetgeen in of krachtens de overeenkomst en deze algemene voorwaarden is bepaald, totdat hij aan al zijn daaruit voortvloeiende verplichtingen heeft voldaan.
(…)
14.1> Voor het tot stand brengen, uitbreiden, wijzigen en wegnemen van een Aansluiting en voor de Levering zijn de Aanvrager en de Verbruiker bedragen verschuldigd volgens de van kracht zijnde tarievenbladen van het Bedrijf.
(…)
16.2> Het Bedrijf is gerechtigd vooruitbetaling te verlangen van het bedrag dat verschuldigd is wegens het tot stand brengen, vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen of wegnemen van een Aansluiting.
2.6
Uit de jaarafrekening 2017/2018 volgt dat [gedaagde] in de periode 21 april 2017 tot en met 24 april 2018 geen warmte heeft afgenomen van Ennatuurlijk (productie 10 van Ennatuurlijk).
2.7
Bij brief met datum 25 mei 2018 heeft [gedaagde] Ennatuurlijk verzocht zijn woning per 1 juni 2018 van het warmtenet af te sluiten en de installatie te verwijderen, omdat hij zijn woning op een andere wijze verwarmt.
2.8
In november 2018 heeft Ennatuurlijk gereageerd dat afsluiting mogelijk is, maar slechts indien de nieuwe warmtevoorziening minimaal even duurzaam is en de kosten van de (standaard)afsluiting ad € 423,00 inclusief btw vooraf worden voldaan (producties 13 en 15 van Ennatuurlijk).
2.9
[gedaagde] is met deze voorwaarden – meer specifiek vooruitbetaling van de kosten van afsluiting – niet akkoord gegaan.
2.1
Ennatuurlijk is na juni 2018 voorschotten in rekening blijven brengen bij [gedaagde] .
2.11
[gedaagde] verwarmt zijn woning door middel van een luchtwarmtepomp.

3.Het geschil

3.1
Ennatuurlijk vordert – verkort weergegeven – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
a. de tussen partijen bestaande overeenkomst tot levering van warmte per datum eindvonnis te ontbinden;
b. 1) [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 500,00 (bestaande uit in rekening
gebrachte onbetaald gelaten bedragen, buitengerechtelijke kosten en rente), vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over € 1.204,36 gerekend vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening,
1)
2) [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de maandelijkse voorschottermijnen van € 46,94 vanaf november 2020 tot het tijdstip van de gevorderde ontbinding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de vervaldag,
3) [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een maandelijkse vergoeding voor het in stand houden van de aansluiting en de afname van energie begroot op € 46,94 vanaf het tijdstip van de gevorderde ontbinding tot het moment van onderbreking/afsluiting van de aansluiting en afname van energie, vermeerderd met de wettelijke rente,
met dien verstande dat de hiervoor genoemde bedragen verrekend moeten worden met het bedrag dat [gedaagde] na beëindiging van de levering en opname van de meters daadwerkelijk verschuldigd zal blijken te zijn, waarbij Ennatuurlijk het eventueel teveel betaalde bedrag terug zal betalen aan [gedaagde] ;
c. 1) [gedaagde] te veroordelen om binnen drie werkdagen na betekening van het
vonnis een afspraak met Ennatuurlijk te maken om toegang te verlenen tot de woning om de energielevering te onderbreken door de meetinrichting te verwijderen dan wel af te koppelen en te verzegelen,
1)
2) voor zover niet binnen drie werkdagen na betekening aan de veroordeling onder 1) wordt voldaan, dan wel deze vordering niet toewijsbaar wordt geacht, Ennatuurlijk toe te staan de onderbreking te bewerkstelligen en [gedaagde] te veroordelen de woning ex artikel 558 Rv te ontruimen zodat de onderbreking kan plaatsvinden en het handelen van Ennatuurlijk te gedogen,
3) [gedaagde] te veroordelen tot vergoeding van de kosten van de afsluiting ad € 423,00 alsmede alle overige daarmee gemoeide kosten waaronder die van ontruiming;
d. [gedaagde] te veroordelen tot afgifte van de meter/meetinstallatie aan Ennatuurlijk en voor recht te verklaren dat Ennatuurlijk gerechtigd zal zijn tot executie van afgifte conform artikel 491 Rv en tot het leggen van beslag tot verkrijging van executie ex artikel 492 Rv indien [gedaagde] aan de veroordeling tot afgifte geen gevolg geeft;
e. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
3.2
Ennatuurlijk legt aan haar vorderingen, verkort weergegeven, ten grondslag dat tussen partijen een overeenkomst tot levering van warmte bestaat op basis waarvan Ennatuurlijk tegen betaling (van een voorschot) warmte levert aan [gedaagde] . [gedaagde] komt al geruime tijd zijn betalingsverplichting uit hoofde van deze overeenkomst niet na.
3.3
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen. Volgens [gedaagde] is de overeenkomst per 1 juni 2018 opgezegd.
3.4
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1
Kern van het geschil is welk bedrag [gedaagde] nog verschuldigd is aan Ennatuurlijk. [gedaagde] stelt dat hij de warmtelevering door Ennatuurlijk heeft opgezegd bij brief van 25 mei 2018 met ingang van 1 juni 2018. Vanaf dat moment nam hij geen warmte meer af van Ennatuurlijk en was hij ook niet langer bereid de voorschotten te betalen. Ennatuurlijk is facturen voor voorschotten blijven versturen en betaling daarvan blijven vorderen.
4.2
Partijen zijn het met elkaar eens dat de warmteleveringsovereenkomst – ondanks het kettingbeding in de leveringsakte – sinds enkele jaren kan worden opgezegd, waarna afsluiting van het warmtenet plaatsvindt. Ennatuurlijk stelt echter dat zij op grond van artikel 2.3 algemene leveringsvoorwaarden gerechtigd is om voorwaarden aan die afsluiting te verbinden. In dit geval verbindt Ennatuurlijk aan afsluiting de volgende voorwaarden:
- de vervangende warmtevoorziening is duurzaam (aan deze voorwaarde voldoet [gedaagde] en Ennatuurlijk is daarvan op de hoogte); en
- de kosten van de standaard afsluiting ad € 423,00 worden vooraf voldaan.
Laatstgenoemde voorwaarde is Ennatuurlijk expliciet gerechtigd te stellen op grond van artikel 16.2 van de algemene leveringsvoorwaarden. Zolang de installatie niet is afgesloten, blijft [gedaagde] ex artikel 6.7 algemene leveringsvoorwaarden gebonden aan de verplichtingen van de overeenkomst, waaronder betaling van het vastrecht. Aangezien [gedaagde] pertinent geweigerd heeft de kosten van afsluiting vooruit te betalen, heeft afsluiting nooit plaatsgevonden. [gedaagde] is daarom gehouden om de voorschotten te voldoen tot afsluiting heeft plaatsgevonden, aldus Ennatuurlijk. Met deze betaling is [gedaagde] al geruime tijd in gebreke.
4.3
[gedaagde] betwist dat de algemene leveringsvoorwaarden zijn overeengekomen. Volgens [gedaagde] is nooit een schriftelijke leveringsovereenkomst gesloten. Hij was simpelweg op grond van de leveringsakte van zijn woning verplicht warmte af te nemen. Ook heeft hij nooit een afschrift van de algemene leveringsvoorwaarden ontvangen. Ennatuurlijk stelt dat de algemene leveringsvoorwaarden op een correcte wijze zijn verstrekt. Zij verwijst naar de door [gedaagde] ontvangen nota’s waarop vermeld staat dat de algemene leveringsvoorwaarden van toepassing zijn en dat deze gevonden kunnen worden op de website van Ennatuurlijk. Die wijze van verstrekking is in lijn met artikel 6:230c BW, aldus Ennatuurlijk.
4.4
Veronderstellenderwijs aannemende dat de algemene leveringsvoorwaarden van toepassing zijn, is de kantonrechter van oordeel dat de voorwaarde dat de afsluitingskosten vooraf moeten worden voldaan alvorens Ennatuurlijk tot afsluiting overgaat, te vinden in artikel 16.2 van de algemene leveringsvoorwaarden, onredelijk bezwarend is in de zin van artikel 6:233 sub a BW. Het komt in het rechtsverkeer vaker voor dat om vooruitbetaling gevraagd wordt. Een bekend voorbeeld is het plaatsen van een bestelling op een webshop, waarbij de bestelling pas verzonden wordt na betaling. In dat geval is die voorwaarde niet bezwarend. Niet vooruit betalen heeft dan enkel tot gevolg dat de bestelling niet geleverd wordt. In dit geval heeft deze voorwaarde in samenhang bezien met artikel 6.7 van de algemene leveringsvoorwaarden echter tot gevolg dat [gedaagde] gebonden blijft aan de leveringsovereenkomst en verplicht is om voor onbepaalde tijd het vastrecht te blijven betalen, omdat hij de kosten van de afsluiting niet vooraf wil voldoen (vgl. Hof ’s-Hertogenbosch 23 juni 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:1904, r.o. 6.17.). Ennatuurlijk zet daarmee consumenten zoals [gedaagde] die af willen van de stadwarmte geleverd door Ennatuurlijk, voor het blok. Zij worden voor de keuze gesteld om de kosten van afsluiting van (minimaal) € 423,00 vooraf te voldoen (naast de voorschotten die zij verschuldigd blijven totdat Ennatuurlijk tot afsluiting overgaat), óf om voor onbepaalde tijd het vastrecht te blijven betalen. Het bedrag aan vastrecht kan uiteindelijk hoger oplopen dan de kosten van afsluiting. In deze zaak is [gedaagde] volgens Ennatuurlijk aan voorschotten al het drievoudige van de kosten van de standaardafsluiting verschuldigd. Omdat [gedaagde] deze voorschotten niet betaalt, is Ennatuurlijk uiteindelijk ruim twee jaar na het verzoek van [gedaagde] om afgesloten te worden, overgegaan tot dagvaarding waarbij zij nu zelf ontbinding en afsluiting vordert. Indien Ennatuurlijk meteen na ontvangst van het verzoek daartoe tot afsluiting was overgegaan, had deze procedure en extra kosten waarschijnlijk vermeden kunnen worden. De kantonrechter zal op grond van het voorgaande artikel 16.2 van de algemene leveringsvoorwaarden – voor zover deze van toepassing zijn – vernietigen, althans kan Ennatuurlijk daarop geen beroep doen.
4.5
Ter zitting stelde Ennatuurlijk dat zij ook anderszins gerechtigd zou zijn om vooruitbetaling te verlangen. [gedaagde] zou namelijk blijk hebben gegeven niet te willen betalen, aldus Ennatuurlijk. Voor zover Ennatuurlijk hiermee een beroep doet op artikel 6:263 BW, heeft zij haar stelling onvoldoende onderbouwd. Naar eigen zeggen is [gedaagde] op zichzelf wel bereid de kosten van afsluiting te betalen, echter slechts achteraf en indien de werkzaamheden naar behoren zijn uitgevoerd. Dat heeft hij ook zo naar Ennatuurlijk gecommuniceerd, aldus [gedaagde] . Ennatuurlijk heeft dit niet weersproken.
4.6
Aangezien Ennatuurlijk, gelet op het voorgaande, onterecht niet eerder tot afsluiting is overgegaan, is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat Ennatuurlijk betaling van het vastrecht vordert, nadat de overeenkomst heeft te gelden als opgezegd. [gedaagde] stelt al op 25 mei 2018 een opzeggingsbrief te hebben verstuurd, waarin hij heeft opgezegd met ingang van 1 juni 2018. Volgens Ennatuurlijk is de brief waar [gedaagde] naar verwijst echter pas op 1 oktober 2018 opgemaakt en op 4 oktober 2018 door Ennatuurlijk ontvangen. [gedaagde] heeft dit onvoldoende weersproken. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat de opzegging pas op 4 oktober 2018 Ennatuurlijk heeft bereikt en ex artikel 3:37 lid 3 BW pas vanaf dat moment haar werking had. Opzegging per 1 juni 2018 was op dat moment niet meer mogelijk, nog afgezien van het feit dat de opzegtermijn te kort is, ook indien de opzeggingsbrief al op 25 mei 2018 door Ennatuurlijk was ontvangen. De kantonrechter zal de opzegging daarom converteren in een opzegging met in achtneming van een opzegtermijn van 15 werkdagen. Dit is in lijn met de termijn die Ennatuurlijk zelf hanteert in artikel 6.6 van haar algemene leveringsvoorwaarden. Dat betekent dat de overeenkomst heeft te gelden als opgezegd per 25 oktober 2018. Ennatuurlijk kan daarom geen vastrecht van [gedaagde] meer vorderen vanaf 26 oktober 2018. Het deel van de vorderingen van Ennatuurlijk dat ziet op het vastrecht in de periode vanaf 26 oktober 2018 zal daarom worden afgewezen.
4.7
[gedaagde] is wel het vastrecht over de periode juni 2018 tot en met 25 oktober 2018 verschuldigd, evenals de kosten van eventueel aan hem geleverde warmte (ook na 25 oktober 2018). Ter onderbouwing van haar vordering heeft Ennatuurlijk de voorschotnota’s vanaf juli 2018 tot en met oktober 2020 overgelegd (productie 3 van Ennatuurlijk). De voorschotnota’s bevatten een aantal posten, waaronder een voorschot voor geleverde warmte. Ennatuurlijk heeft geen eindafrekeningen voor de periode na 24 april 2018 in het geding gebracht. [gedaagde] stelt al geruime tijd geen warmte meer van Ennatuurlijk af te nemen en de afsluiters dicht te hebben gezet. Die stelling wordt ondersteund door de wel overgelegde eindafrekening 2017/2018 waarop het verbruik al 0 GJ was. Ennatuurlijk heeft niet betwist dat [gedaagde] geen warmte meer afneemt. De kantonrechter zal daarom bij de bepaling van de vordering van Ennatuurlijk ervan uitgaan dat er door [gedaagde] geen warmte is afgenomen na mei 2018. Gelet op de bedragen op de gevorderde en overgelegde voorschotnota’s van de maanden juli tot en met oktober 2018 zal de kantonrechter de hoofdsom van de vordering van Ennatuurlijk bepalen op een bedrag van € 127,64 inclusief btw (vier maal € 31,91, zijnde € 52,26 (totaalbedrag voorschotnota) - € 20,35 (voorschot levering warmte)).
4.8
Volgens Ennatuurlijk is [gedaagde] ook buitengerechtelijke kosten verschuldigd. [gedaagde] verkeerde volgens haar op grond van de algemene leveringsvoorwaarden na afloop van de betalingstermijn op de factuur zonder ingebrekestelling in verzuim. Nadat dit verzuim was ingetreden, heeft zij onder meer een 14-dagenbrief verstuurd (productie 4 van Ennatuurlijk). De kantonrechter stelt vast dat (indien de algemene leveringsvoorwaarden van toepassing zijn) het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden, waardoor het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. De aanmaning die Ennatuurlijk heeft verstuurd voldoet aan de eisen van 6:96 lid 6 BW, met dien verstande dat het genoemde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten hoger is dan het in het Besluit bepaalde tarief dat hoort bij de hiervoor toewijsbaar geoordeelde hoofdsom. Nu dat het gevolg is van een voor Ennatuurlijk niet voorzienbare omstandigheid, is een vergoeding in beginsel toewijsbaar tot het wettelijke tarief dat aansluit bij (de omvang van) de toewijsbaar geoordeelde hoofdsom. Dat betekent hier dat het minimale tarief van € 40,00 in beginsel toewijsbaar is. Daarnaast is [gedaagde] in beginsel ook de wettelijke rente over de hoofdsom vanaf de datum van verzuim tot de datum van betaling verschuldigd.
4.9
In haar dagvaarding stelt Ennatuurlijk dat een bedrag van € 211,74 in mindering op haar vordering moet worden gebracht. In productie 11 van Ennatuurlijk is dit bedrag gespecificeerd. Het zou gaan om een aantal betalingen op 7 mei 2019. De kantonrechter stelt vast dat het hiervoor in 4.7 en 4.8 in beginsel toewijsbaar geachte bedrag niet hoger is dan het bedrag dat volgens Ennatuurlijk in mindering op haar vordering moet worden gebracht. Dat betekent dat er geen vordering resteert. De kantonrechter zal de vordering van Ennatuurlijk uit hoofde van in rekening gebrachte bedragen, buitengerechtelijke kosten en rente daarom in zijn geheel afwijzen.
4.1
Omdat de overeenkomst heeft te gelden als opgezegd per 25 oktober 2018, heeft Ennatuurlijk geen belang bij de gevorderde ontbinding. Die vordering zal daarom worden afgewezen. De vordering van Ennatuurlijk tot veroordeling van [gedaagde] tot het verlenen van medewerking aan de afsluiting ligt wel voor toewijzing gereed. De overeenkomst is immers opgezegd en beide partijen wensen dat er door Ennatuurlijk wordt afgesloten. Wel zal de kantonrechter de gevorderde termijn van drie werkdagen verlengen naar veertien dagen. Aan het einde van de mondelinge behandeling is de rechter namelijk gebleken dat [gedaagde] rond de datum van dit vonnis op vakantie is, waardoor een termijn van drie werkdagen te kort zou kunnen zijn. De kantonrechter voorziet verder overigens geen problemen. [gedaagde] heeft meermalen aangegeven op korte termijn een afspraak te willen maken voor de afsluiting en zijn medewerking daaraan te verlenen.
4.11
[gedaagde] is gehouden de kosten van de afsluiting te voldoen, zoals evenmin in geschil is. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat deze kosten niet op voorhand begroot kunnen worden. De hoogte van de kosten hangt af van de situatie ter plekke en van de eventuele extra wensen van [gedaagde] . De kantonrechter zal daarom deze vordering toewijzen, waarbij [gedaagde] veroordeeld zal worden in de kosten van de standaardafsluiting ad € 423,00 en alle overige kosten (de meerkosten daaronder begrepen) die verband houden met de afsluiting.
4.12
Ennatuurlijk stelt verder dat de meter/meetinstallatie haar eigendom is en dat zij derhalve recht heeft op teruggave daarvan. [gedaagde] heeft dit niet dan wel onvoldoende betwist. De vordering tot afgifte van de meter/meetinstallatie zal daarom worden toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde verklaring van recht zal worden afgewezen. Ennatuurlijk heeft geen belang bij de gevorderde verklaring van recht, omdat een en ander volgt uit de tekst van de wet.
4.13
Aangezien beide partijen op punten in het ongelijk zijn gesteld, ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren, aldus dat ieder van partijen de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1
veroordeelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis een afspraak te maken met Ennatuurlijk teneinde Ennatuurlijk, dan wel een persoon die van een door Ennatuurlijk uitgegeven legitimatiebewijs of machtiging is voorzien, op werkdagen tussen 08.00 en 20.00 uur toegang te verlenen tot het perceel staande en gelegen te Breda, [straat] , en in de gelegenheid te stellen om aldaar de energielevering te onderbreken, dan wel door de aldaar aanwezige meetinrichting geheel of gedeeltelijk te verwijderen dan wel af te koppelen en zodanig te verzegelen dat verdere afname van energie wordt verhinderd;
5.2
staat Ennatuurlijk toe, voor het geval aan de veroordeling in 5.1 niet binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis wordt voldaan, om de onderbreking van levering op voormeld perceel te bewerkstelligen door aldaar de aanwezige meter / meetinstallatie geheel of gedeeltelijk te verwijderen dan wel af te koppelen en zodanig te verzegelen dat verdere afname van energie wordt verhinderd en veroordeelt [gedaagde] het perceel staande en gelegen te Breda, [straat] ex artikel 558 Rv te ontruimen aldus dat tot vorenbedoelde onderbreking van de levering kan worden gekomen alsmede het handelen van Ennatuurlijk te gedogen;
5.3
veroordeelt [gedaagde] tot vergoeding van de kosten van afsluiting ad € 423,00 en alle overige kosten gemoeid met vorenbedoelde verwijdering, afkoppeling en/of verzegeling van de meter / meetinstallatie waaronder die van ontruiming;
5.4
veroordeelt [gedaagde] tot afgifte van de meter / meetinstallatie aan Ennatuurlijk;
5.5
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6
verdeelt de proceskosten zodanig over partijen dat ieder van partijen de eigen kosten draagt;
5.7
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Rouwen, en in het openbaar uitgesproken op 15 september 2021.