4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
op 10 februari 2021 te Schijf, gemeente Rucphen
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan die [naam 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
met dat opzet meerdere keren met een mes, in het been, van die [naam 1] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2
op 10 februari 2021 te Schijf, gemeente Rucphen,
met een ander,
openlijk, te weten, op De Berg en/of de Molendreef,
in vereniging
geweld heeft gepleegd tegen [naam 1] en [naam 2]
door
- een
keertegen het hoofd van die [naam 2] te stompen, en
- een
keermet een mes,
eenstekende beweging te maken in de richting van het lichaam, van die [naam 2] , en
- meerdere keren met een mes, stekende bewegingen te maken in de richting van het lichaam, van die [naam 1] , en
- meerdere keren met een mes, in het been, van die [naam 1] te steken,
terwijl dit door haar gepleegde geweld enig lichamelijk letsel, te weten
- een zwelling en verkleuring van het oog en een snijwond in de pink van voornoemde [naam 2] , en
- meerdere snijwonden in het been van voornoemde [naam 1]
ten gevolge heeft gehad.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.