Op 9 september 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van diefstal met geweld, ontvoering en diefstal met een valse sleutel. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 25 augustus 2021, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten. De rechtbank concludeerde dat de bewijsmiddelen, waaronder camerabeelden en getuigenverklaringen, niet voldoende waren om de betrokkenheid van de verdachte bij de feiten te bevestigen. De rechtbank merkte op dat de bril van de verdachte een veelvoorkomend model was en dat zijn telefoon in de omgeving van de plaats delict had aangestraald, wat niet als belastend bewijs kon worden aangemerkt, gezien de woonplaats van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachten, en dat de herkenning van de verdachte op basis van de bril niet voldoende was om tot een veroordeling te komen. De benadeelde partij, die schadevergoeding had gevorderd, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de feiten waaruit de schade voortvloeide.