ECLI:NL:RBZWB:2021:4497
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in verband met amfetamineproductie
In deze ontnemingszaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 september 2021 uitspraak gedaan over de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van betrokkene, die eerder door het gerechtshof 's-Hertogenbosch was veroordeeld voor het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine-olie en voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine. De vordering tot ontneming was ingesteld door de officier van justitie, die een bedrag van € 127.299,00 als wederrechtelijk verkregen voordeel wilde ontnemen, gebaseerd op de veronderstelling dat betrokkene ook vóór de periode waarvoor hij was vrijgesproken, amfetamine had geproduceerd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat betrokkene daadwerkelijk voordeel had genoten uit andere strafbare feiten, zoals de productie van amfetamine voorafgaand aan 1 maart 2013. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er aanwijzingen waren voor de productie van amfetamine in de loods, het niet buiten redelijke twijfel kon worden vastgesteld dat betrokkene hierbij betrokken was. De rechtbank heeft de vordering tot ontneming afgewezen, omdat niet kon worden aangetoond dat betrokkene wederrechtelijk voordeel had verkregen uit de productie van amfetamine.