ECLI:NL:RBZWB:2021:4496
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in verband met amfetamineproductie
In deze ontnemingszaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 september 2021 uitspraak gedaan over de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel van betrokkene, die eerder door het gerechtshof 's-Hertogenbosch was veroordeeld voor het opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine-olie. Betrokkene was vrijgesproken voor de productie van amfetamine in de periode van 1 maart 2013 tot en met 16 april 2013. De officier van justitie vorderde ontneming van een bedrag van € 127.299,00, stellende dat betrokkene voordeel had genoten uit andere strafbare feiten, namelijk de productie van amfetamine voorafgaand aan de vrijgesproken periode. De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor deze productie en dat de ontnemingsvordering afgewezen diende te worden. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende aanwijzingen waren om te concluderen dat betrokkene een strafrechtelijk verwijtbare rol had gehad in de productie van amfetamine in de loods voorafgaand aan 1 maart 2013. De rechtbank wees de vordering tot ontneming af, omdat niet buiten redelijke twijfel kon worden vastgesteld dat betrokkene wederrechtelijk voordeel had verkregen.