Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 september 2021 in de zaak tussen
[eiser], te [plaatsnaam], eiser
De minister van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
)heeft de minister eiser per 1 april 2019 eervol ontslag verleend op grond van artikel 98, eerste lid, aanhef en onder a, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) wegens het niet beschikken over de vereiste inschrijving in het specialistenregister als arts met het specialisme huisarts.
Overwegingen
Wettelijk kader
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt de minister op binnen 12 weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- stelt de hoogte van de door verweerder aan eiser verschuldigde dwangsom vast op € 1.442;
- draagt de minister op het betaalde griffierecht van € 178,00 aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.496,00.