Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 24 augustus 2021 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres,
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
10 januari 2020. Ten gevolge van te late beoordeling is eiseres ambtshalve per 10 januari 2019 45-55% arbeidsongeschikt geacht en per 1 februari 2020 is dit herzien naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 15-25%. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
4 maart 2020 herzien naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 24,95%, waardoor het arbeidsongeschiktheidsklasse van eiseres 15-25% blijft.
Omvang geschil
.
Wettelijk kader
Medische beoordeling
zal eiseres per 10 januari 2019 ambtshalve 45-55% arbeidsongeschikt worden beschouwd. Per 1 februari 2020 zal herziening van de uitkering plaatsvinden en wordt zij ongewijzigd 15-25% arbeidsongeschikt beschouwd. De verzekeringsarts b&b herhaald de beschouwing uit haar rapportage van 17 juni 2020.
14 december 2020. Deze rapportage heeft geleid tot bestreden besluit 2.
Geschiktheid voor de functies
Mate van arbeidsongeschiktheid
Conclusie
Proceskosten en griffierecht
1 nog niet was genomen, ziet de rechtbank wel aanleiding om het UWV te veroordelen in de proceskosten die eiseres voor het instellen van beroep heeft gemaakt. Eiseres is immers door het nemen van het bestreden besluit 2 in een andere arbeidsongeschiktheidsklasse ingedeeld.
- verklaart het beroep voor zover gericht tegen bestreden besluit 1 niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep voor zover gericht tegen bestreden besluit 2 ongegrond;
- draagt het UWV op het betaalde griffierecht van € 48,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt het UWV in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.244,-.
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 24 augustus 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.