ECLI:NL:RBZWB:2021:4197
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van minderjarige in verband met onduidelijke verblijfstatus moeder en ontwikkelingsbedreiging
In deze zaak heeft de kinderrechter op 27 juli 2021 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [roepnaam minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De moeder van de minderjarige heeft geen legale verblijfstatus in Nederland en is samen met de minderjarige ondergedoken, waardoor er geen zicht is op haar opvoedomgeving en de ontwikkeling van de minderjarige. De ouders en de oma aan vaderszijde staan onvoldoende open voor hulpverlening in het vrijwillig kader, wat de noodzaak voor ondertoezichtstelling onderstreept.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de moeder niet is verschenen, mogelijk vanwege haar illegale status. De vader en de Gecertificeerde Instelling (GI) hebben aangegeven dat de moeder op de hoogte was van de zitting, maar bewust heeft gekozen om niet te verschijnen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van [roepnaam minderjarige] ernstig wordt bedreigd door de onduidelijke situatie van de moeder en de afwezigheid van hulpverlening. De kinderrechter heeft de noodzaak van een jeugdzorgwerker benadrukt om zicht te krijgen op de complexe gezinssituatie en om de ouders te ondersteunen bij het regelen van hun zaken, waaronder de verblijfstatus van de moeder.
De kinderrechter heeft besloten om [roepnaam minderjarige] onder toezicht te stellen van de GI, met ingang van 27 juli 2021 tot 27 juli 2022. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De kinderrechter heeft de beschikking mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.