ECLI:NL:RBZWB:2021:419
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Opleggen onderzoek naar geschiktheid om te rijden en schorsing van de geldigheid rijbewijs
Op 1 februari 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster bezwaar had gemaakt tegen een besluit van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) van 29 december 2020. Dit besluit betrof het opleggen van een onderzoek naar de geschiktheid van verzoekster om te rijden en de schorsing van de geldigheid van haar rijbewijs. Verzoekster, die zonder haar rijbewijs niet kan werken, verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen. Tijdens de zitting op 21 januari 2021 heeft verzoekster haar situatie toegelicht, waarbij zij aangaf dat zij tijdelijk in aangepast werk kan werken, maar dat haar uren al teruglopen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende aanleiding was voor een spoedeisend belang.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster op 16 september 2020 is aangehouden wegens het roken van een joint tijdens het rijden, wat resulteerde in een rijverbod van 24 uur. Het CBR had op basis van een melding van de politie besloten dat verzoekster een medisch onderzoek moest ondergaan naar haar rijvaardigheid, en tot die tijd mocht zij niet rijden. De voorzieningenrechter benadrukte dat bij de beoordeling van het verzoek om voorlopige voorziening een voorlopig oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit een belangrijke rol speelt.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat de omstandigheden, waaronder het aantreffen van THC in het bloed van verzoekster en het roken van een joint tijdens het rijden, voldoende aanleiding gaven om te twijfelen aan haar rijgeschiktheid. De schorsing van het rijbewijs werd gehandhaafd, en de voorzieningenrechter concludeerde dat verzoekster niet kon aantonen dat de schorsing een onevenredig nadeel voor haar zou opleveren in verhouding tot het belang van verkeersveiligheid.