ECLI:NL:RBZWB:2021:4141
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake blokkering recht op AIO-aanvulling
Op 12 augustus 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster bezwaar had gemaakt tegen een besluit van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) van 23 juni 2021. Dit besluit betrof de blokkering van haar recht op een aanvullende inkomensvoorziening voor ouderen (AIO-aanvulling). Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij meende dat er sprake was van een spoedeisend belang.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een zitting achterwege kon blijven. In de beoordeling van het verzoek heeft de voorzieningenrechter gekeken naar de financiële situatie van verzoekster. Uit de door verzoekster overgelegde documenten bleek dat zij maandelijks € 1.304,69 aan inkomsten heeft, terwijl haar vaste lasten € 925,39 bedragen. Dit laat haar een bedrag van € 379,30 per maand over om van te leven, met een actuele banksaldo van € 253,24.
De voorzieningenrechter oordeelde dat met dit bedrag en de kleine buffer niet gesproken kan worden van een financiële noodsituatie. Zelfs als verzoekster zou stellen dat zij meer dan gemiddeld uitgeeft aan voeding, was er geen sprake van een spoedeisend belang. De voorzieningenrechter merkte op dat verzoekster op 13 juli 2021 nog een bedrag van € 520,00 had opgenomen, zonder opgave van wat daarmee is gebeurd. Dit leidde tot de conclusie dat het verzoek om een voorlopige voorziening moest worden afgewezen.
De voorzieningenrechter benadrukte dat de procedure voor voorlopige voorzieningen bedoeld is om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen, waarbij de spoedeisendheid een cruciale rol speelt. Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.