Op 28 januari 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de verlening van een omgevingsvergunning voor de bouw van een beweegzaal in de gemeente Vught. De zaak betreft een beroep van meerdere eisers tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders, dat op 8 januari 2019 een omgevingsvergunning verleende voor de bouw van de beweegzaal, ondanks dat deze in strijd was met het bestemmingsplan. De eisers, die in de nabijheid van de beoogde bouw wonen, hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar hun bezwaar werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 3 september 2019. De rechtbank heeft de zaak behandeld, waarbij de eisers en hun gemachtigde aanwezig waren, evenals de vertegenwoordiger van de gemeente en de vergunninghouder.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gemeente in samenspraak met betrokkenen een compromis had bereikt over een schetsontwerp voor de beweegzaal, maar dat uiteindelijk een omgevingsvergunning werd verleend voor een versoberd ontwerp dat afweek van het oorspronkelijke plan. De rechtbank heeft overwogen dat de eisers niet in hun belangen zijn geschaad door de verleende vergunning, maar dat er wel motiveringsgebreken waren in het bestreden besluit. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. Dit betekent dat de omgevingsvergunning blijft bestaan, maar dat de gemeente moet zorgen voor een betere motivering van haar besluit. De rechtbank heeft ook bepaald dat de gemeente het griffierecht en de proceskosten van de eisers moet vergoeden.