In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een bijstandsontvanger, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiseres had een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet, maar het college heeft deze uitkering per 1 september 2019 ingetrokken. Dit besluit was gebaseerd op de stelling dat eiseres haar inlichtingenplicht had geschonden door haar inkomsten uit arbeid niet tijdig te melden. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van 23 mei 2019, waarbij haar recht op bijstandsuitkering was ingetrokken, maar dit bezwaar was gegrond verklaard. Echter, de rechtbank oordeelde dat eiseres ook na de herstelde uitkering verplicht was om haar inkomsten te melden, vooral omdat er een nieuwe bijstandsaanvraag aanhangig was. Tijdens de zitting op 19 juli 2021 was eiseres niet verschenen, maar het college was vertegenwoordigd. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aan haar meldplicht had voldaan en dat het college terecht de uitkering had ingetrokken. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.