ECLI:NL:RBZWB:2021:3636
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar tegen WIA-uitkering door UWV
Op 20 juli 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiser had op 12 januari 2021 digitaal beroep ingesteld tegen het besluit van 27 november 2020, waarin het UWV zijn bezwaar tegen de weigering van een WIA-uitkering niet-ontvankelijk verklaarde. Eiser voerde aan dat hij te laat bezwaar had gemaakt omdat hij psychisch niet in staat was om tijdig te reageren. Tijdens de zitting op 29 juni 2021 heeft eiser zijn situatie toegelicht, waarbij hij aangaf levensmoe te zijn en hulp nodig te hebben. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bezwaartermijn op 15 augustus 2020 begon en eindigde op 25 september 2020. Eiser had zijn bezwaar pas op 21 oktober 2020 ingediend, wat buiten de termijn viel. De rechtbank oordeelde dat er geen verschoonbare redenen waren voor de termijnoverschrijding, aangezien eiser niet had aangetoond dat hij gedurende de bezwaartermijn niet in staat was om een bezwaarschrift in te dienen. De rechtbank concludeerde dat het UWV het bezwaar terecht niet-ontvankelijk had verklaard en verklaarde het beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.