Uitspraak
2.Beroep tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift
3.Beroep tegen het bestreden besluit
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 20 juli 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen eisers, vertegenwoordigd door mr. A.C. van Langen, en het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers. Eisers hebben op 7 januari 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar door Baanbrekers met betrekking tot de toekenning van een uitkering op grond van de Participatiewet. Baanbrekers had op 4 februari 2021 een besluit genomen waarin de bezwaren van eisers niet-ontvankelijk werden verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen mede gericht is tegen dit besluit. Tijdens de zitting op 29 juni 2021 zijn partijen niet verschenen.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht. Eisers hadden zich op 1 mei 2020 gemeld voor een bijstandsuitkering en bezwaar gemaakt tegen de opgelegde arbeidsverplichtingen. Baanbrekers heeft op 4 januari 2021 een ontheffing verleend van deze verplichtingen, maar het bezwaar tegen het primaire besluit werd niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard en dat het beroep ongegrond is. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, aangezien de mededeling over de inlichtingenplicht geen nieuw rechtsgevolg creëert.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending.