ECLI:NL:RBZWB:2021:3631

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 juli 2021
Publicatiedatum
20 juli 2021
Zaaknummer
AWB- 20_10003
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Besluit tot niet-ontvankelijkheid van aanvraag dubbele kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet

In deze zaak heeft eiseres, een moeder die zorg draagt voor haar dochter die intensieve zorg nodig heeft, een aanvraag ingediend voor dubbele kinderbijslag op basis van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). De aanvraag werd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) niet verder in behandeling genomen, omdat eiseres niet het vereiste aanvraagformulier had ingediend. Eiseres heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt, maar de SVB verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 11 mei 2021 behandeld, waarbij eiseres niet aanwezig was, maar de SVB vertegenwoordigd was door mr. A. Marijnissen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 11 januari 2020 een aanvraag om dubbele kinderbijslag heeft ingediend, maar dat de SVB deze aanvraag niet verder heeft behandeld omdat de benodigde informatie ontbrak. Eiseres heeft weliswaar later aanvullende informatie ingediend, maar dit gebeurde te laat en niet via het juiste aanvraagformulier. De SVB heeft de aanvraag terecht buiten behandeling gelaten, omdat deze onvolledig was. De rechtbank heeft geoordeeld dat de SVB op goede gronden heeft gehandeld en heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. J.E.C. Vriends op 19 juli 2021 en openbaar gemaakt. Eiseres kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/10003 AKW

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 juli 2021 in de zaak tussen

[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres

en

de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank Breda (SVB), verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 12 augustus 2020 (primair besluit) heeft de SVB de telefonische aanvraag van eiseres om dubbele kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) niet verder in behandeling genomen.
In het besluit van 28 oktober 2020 (bestreden besluit) heeft de SVB het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De SVB heeft een verweerschrift ingediend.
Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank op 11 mei 2021.
Hierbij was aanwezig mr. A. Marijnissen namens de SVB. Eiseres is niet verschenen.
De rechtbank heeft de uitspraaktermijn verlengd.

Overwegingen

Feiten
1. Eiseres heeft op 11 januari 2020 een aanvraag ingediend om dubbele kinderbijslag voor haar dochter [naam dochter eiseres] , die bij haar woont en intensieve zorg nodig heeft. Bij besluit van 5 maart 2020 heeft de SVB deze aanvraag niet verder behandeld, omdat eiseres de door het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ), die de aanvraag voor de SVB beoordeelt, gevraagde extra informatie niet heeft ingediend. Eiseres heeft tegen dit besluit geen rechtsmiddelen aangewend.
Op 9 juni 2020 heeft eiseres een digitaal contactformulier ingediend bij de SVB. In dit formulier heeft zij aangegeven dat het haar niet lukt om digitaal een nieuwe aanvraag om dubbele kinderbijslag in te dienen, vanwege een fout in het systeem.
Op 16 juni 2020 heeft een telefoongesprek plaatsgevonden tussen de SVB en eiseres. Blijkens het telefoonrapport, dat daarvan door de SVB is opgemaakt, hebben partijen afgesproken dat eiseres een papieren aanvraagformulier ontvangt, omdat het haar niet lukt om digitaal een aanvraag te doen. De SVB heeft het telefonische verzoek van eiseres aangemerkt als een aanvraag om dubbele kinderbijslag.
De SVB heeft eiseres op 17 juni 2020 via de Berichtenbox een aanvraagformulier toegestuurd met het verzoek dit formulier ingevuld en ondertekend te retourneren.
Op 18 en 30 juni 2020 heeft eiseres opnieuw middels het digitale contactformulier aan de SVB kenbaar gemaakt dat het haar niet lukt om in het digitale systeem een aanvraag te doen.
Blijkens een telefoonrapport van de SVB van 1 juli 2020 heeft de SVB diverse keren geprobeerd eiseres telefonisch te bereiken en toen dat niet lukte, heeft de SVB een voicemailbericht achtergelaten dat het papieren aanvraagformulier op 17 juni 2020 naar de Berichtenbox van eiseres is verzonden.
Bij brief van 21 juli 2020 is eiseres door de SVB herinnerd aan het insturen van het aanvraagformulier, waarbij haar is verzocht voor 10 augustus 2020 te reageren.
Bij primair besluit van 12 augustus 2020 heeft de SVB het dossier gesloten, omdat van eiseres geen schriftelijk aanvraagformulier met het verzoek om dubbele kinderbijslag is ontvangen.
Geschil
2. In geschil is of de SVB de aanvraag van eiseres om dubbele kinderbijslag voor [naam dochter eiseres] op goede gronden buiten behandeling heeft gelaten.
Standpunt eiseres
3. Eiseres voert aan dat zij een aanvraag om dubbele kinderbijslag heeft ingediend, zodat zij de extra kosten voor de zorg van haar dochter kan betalen. De aanvullende informatie heeft eiseres te laat, maar wel ingediend. Het zijn documenten waarop eiseres ook lang heeft moeten wachten. Uit de afwijzing van de (naar de rechtbank begrijpt: eerste) aanvraag heeft eiseres begrepen dat de informatie niet is ontvangen. Daarop wilde zij digitaal een nieuwe aanvraag indienen, maar dit lukte niet vanwege een fout in het systeem. Op het moment dat zij de informatie kon aanleveren, werd zij echter ziek. Eiseres hoopt, met het toesturen van de documenten en het aanvraagformulier, dat alsnog met terugwerkende kracht dubbele kinderbijslag wordt toegekend.
Standpunt SVB
4. De SVB stelt zich op het standpunt dat de aanvraag terecht niet in behandeling is genomen. Ook tijdens de beroepsprocedure is bij de SVB nog altijd geen schriftelijk aanvraagformulier van eiseres ontvangen.
Wettelijk kader
5. De van toepassing zijnde wettelijke bepalingen zijn opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak.
Oordeel rechtbank
6. Op grond van artikel 14, tweede lid, van de AKW dient een aanvraag te worden ingediend door middel van een door de SVB beschikbaar gesteld aanvraagformulier. Dit aanvraagformulier kan digitaal of op papier (per post) worden ingediend.
De SVB heeft het telefoongesprek van 16 juni 2020 aangemerkt als een (nieuwe) aanvraag. Deze aanvraag is echter niet ingediend met het door de SVB beschikbaar gestelde aanvraagformulier en dus onvolledig.
De SVB heeft eiseres op 17 juni 2020 via de Berichtenbox een aanvraagformulier toegestuurd met de vraag dit in te dienen. Op 21 juli 2020 is eiseres nogmaals in de gelegenheid gesteld het aanvraagformulier voor 10 augustus 2020 in te dienen. De SVB heeft niets ontvangen van eiseres. Voor zover eiseres heeft bedoeld te stellen dat zij het aanvraagformulier wel heeft ingediend, wat door de SVB wordt betwist, heeft zij dit niet met bewijsstukken onderbouwd. Nu de SVB binnen de geboden hersteltermijn geen aanvraagformulier van eiseres heeft ontvangen, is de aanvraag onvolledig en was de SVB bevoegd de aanvraag buiten behandeling te stellen.
Conclusie
7. De SVB heeft op goede gronden de aanvraag van eiseres niet verder in behandeling genomen, omdat deze onvolledig is. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
8. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.E.C. Vriends, rechter, in aanwezigheid van M.H.A. de Graaf, griffier, op 19 juli 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.
Bijlage
Artikel 14 van de AKW:
1. De Sociale verzekeringsbank stelt op aanvraag vast of een recht op kinderbijslag bestaat. De aanvraag om het extra bedrag aan kinderbijslag, bedoeld in artikel 7a, tweede lid, wordt ingediend voor 1 december van het kalenderjaar na het kalenderjaar waarover recht op het extra bedrag aan kinderbijslag bestaat.
2. Een aanvraag wordt ingediend door middel van een door de Sociale verzekeringsbank beschikbaar gesteld aanvraagformulier. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de verder bij de aanvraag te verstrekken gegevens.
3. Het recht op kinderbijslag kan niet vroeger ingaan dan een jaar voorafgaand aan de eerste dag van het kalenderkwartaal tijdens welk de aanvraag om kinderbijslag werd ingediend. Het recht op kinderbijslag, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, kan niet vroeger ingaan dan de eerste dag van het kalenderkwartaal tijdens welk de aanvraag om kinderbijslag als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, werd ingediend.
Artikel 4:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb):
De aanvraag wordt ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de aanvrager, de dagtekening en een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.
Artikel 4:5, eerste lid, van de Awb:
Het bestuursorgaan kan besluiten de aanvraag niet te behandelen, indien:
de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag, of
de aanvraag geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 2:15, of
de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking,
mits de aanvrager de gelegenheid heeft gehad de aanvraag binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn aan te vullen.
Artikel 4:5, vierde lid, van de Awb:
Een besluit om de aanvraag niet te behandelen wordt aan de aanvrager bekendgemaakt binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.