ECLI:NL:RBZWB:2021:3486
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde en bestemmingsplan voor onroerende zaak
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg over de WOZ-waarde van een onroerende zaak. De heffingsambtenaar had in een beschikking van 28 februari 2019 de WOZ-waarde vastgesteld op € 173.000,-. Na bezwaar van de belanghebbende werd deze waarde bijgesteld naar € 142.000,-. De belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld, met als doel dat toekomstige eigenaren legaal kunnen wonen en bouwen op het perceel.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het object, een chalet/stacaravan, op een perceel van 1.276 m² ligt dat een woonbestemming heeft, maar waar geen woning op gebouwd mag worden. De gemeente gedoogt de bewoning door de belanghebbende. Tijdens de zitting op 20 mei 2021 is de zaak behandeld, waarbij de belanghebbende en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de heffingsambtenaar.
De rechtbank overweegt dat de belanghebbende geen procesbelang heeft, omdat de gewenste wijziging van het bestemmingsplan niet via deze procedure kan worden bereikt. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en wijst erop dat de belanghebbende contact moet opnemen met de afdeling ruimtelijke ordening van de gemeente voor het bespreken van de bouwmogelijkheden. De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.