In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen het besluit van 7 januari 2020 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen, waarbij een omgevingsvergunning is verleend aan [vergunninghouder] voor het bouwen van een loods, weegbrug en milieustraat op het perceel [naam perceel] te [plaatsnaam]. De rechtbank heeft op 2 juli 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van eisers is behandeld. Tijdens de zitting op 20 april 2021 waren eisers aanwezig, evenals hun gemachtigde en een vertegenwoordiger van het college. De derde partij, [vergunninghouder], was niet aanwezig.
Eisers hebben aangevoerd dat hun belangen onvoldoende zijn meegewogen bij de besluitvorming en dat de toename van verkeer als gevolg van het project hen zal schaden. Het college heeft echter gesteld dat eisers niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt en dat de omgevingsvergunning op juiste gronden is verleend. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en vastgesteld dat eisers [eiser2] en [eiser3] geen bezwaar hebben gemaakt tegen het primaire besluit, waardoor hun beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Ook eisers [eiser4] en [eiser5] zijn niet-ontvankelijk verklaard omdat zij niet meer in [plaatsnaam] wonen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep van [eiser1] en [eiser6] ongegrond is, omdat zij niet als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt. De rechtbank heeft geen reden gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.