4.2Eiseres heeft tegen het medisch oordeel van het UWV aangevoerd dat de pijnklachten in ieder geval sinds 2015, nadat de neurosimulator minder effectief werd, fors zijn toegenomen. Dat blijkt ook uit de beschikbare medische informatie. Er hebben talloze bezoeken aan de pijnpoli plaatsgevonden, ze is meermalen geopereerd aan de neurosimulator en er zijn verschillende revalidatietrajecten doorlopen. Onvoldoende is gemotiveerd waarom de beperking op het aspect verhoogd persoonlijk risico is vervallen. De primaire verzekeringsarts nam die beperking aan wegens medicatiegebruik. Beroepsmatig chaufferen of werken met gevaar opleverende machines en op hoogte is niet mogelijk. Door auto te rijden wordt de arm frequent en langdurig belast, wat volgens eiseres evenmin mogelijk is.
Het UWV is niet ingegaan op de beperkingen ten aanzien van de bolgreep en polsbewegingen en heeft niet gemotiveerd waarom geen sprake is van een urenbeperking op preventieve, dan wel energetische gronden. Een chronisch pijnsyndroom kan leiden tot een te groot energieverbruik waardoor er verhoogde behoefte is aan recuperatie.
Er is een consistent dagverhaal. Enkele uren per dag de hand/pols/onderarm bewegen en belasten is op dit moment het maximaal haalbare. Er zijn dagen waarop eiseres haar pols helemaal niet kan belasten. Eiseres heeft een pijndagboek overgelegd.
Eiseres heeft vanaf het begin af aan de pols zo veel mogelijk normaal bewogen en gebruikt. Ze heeft altijd gewerkt, dan wel geprobeerd te werken en ze heeft verschillende revalidatietrajecten doorlopen die gericht waren op het belasten van de aangedane extremiteiten en de omgang met pijn. Er is ook psychische ondersteuning en begeleiding geweest en ze heeft EMDR gevolgd. Er is ook fysiotherapie en eiseres sport. Ook de fysiotherapeut concludeert dat de sensibiliteit en de pijn niet verbeteren. Eiseres is daarvoor onder behandeling bij het Erasmus Medisch Centrum.
De opvatting dat afwezigheid in het arbeidsproces anti-revaliderend en klachtenonderhoudend is, is in de situatie van eiseres te kort door de bocht. Eiseres begrijpt niet dat de verzekeringsarts b&b haar veertig uur belastbaar acht. Hij heeft onvoldoende gemotiveerd in welk opzicht hij zich toespitst op haar specifieke situatie en waarom hij blijft vasthouden aan enkel de subjectieve elementen van pijn, terwijl in de loop van de jaren middels medische informatie, een pijndagboek en ervaring in privé- en werkomgeving de klachten en beperkingen die door de pijn veroorzaakt worden ook geobjectiveerd worden.
Eiseres heeft een expertise van 12 maart 2019 door anesthesioloog-pijnspecialist [pijnspecialist] overgelegd, en een samenvatting en beschouwing door verzekeringsarts L.J.M. Bollen. Ook is een brief van de voorzitter van de Patiëntenvereniging CRPS ingebracht.
5. Over de aan het beroep voorafgaande besluitvorming overweegt de rechtbank dat het UWV in een brief van 12 januari 2018 aan eiseres het voornemen heeft meegedeeld het primaire besluit te herzien. Bij die brief zijn twee beslissingen van 11 januari 2018 aan eiseres toegezonden, die in de brief als ‘conceptbeslissingen’ en ‘voorgenomen beslissing’ zijn aangeduid.
Eiseres heeft haar zienswijze op de ‘conceptbeslissingen’ van 11 januari 2018 aan het UWV meegedeeld, en op basis van die zienswijze is de bezwaarprocedure voortgezet. Uit de stukken blijkt niet dat het primaire besluit daadwerkelijk is gewijzigd zoals voorgenomen, maar de voorgenomen wijzigingen van het primaire besluit zijn bij de heroverweging betrokken en in het bestreden besluit tot uiting gekomen.
De rechtbank vat het bestreden besluit dan ook op als een heroverweging van het primaire besluit zoals gewijzigd bij de ‘conceptbeslissingen’ van 11 januari 2018.
6. Partijen zijn het er over eens, en ook de rechtbank is van oordeel, dat in het kader van deze procedure nog beoordeeld moeten worden de WIA-aanspraken van eiseres per 1 juli 2016 en per 1 januari 2018, waarbij niet in geding zijn de aanspraken in de revalidatieperiode van 29 september 2017 tot 31 december 2017.
7. Wat betreft de medische beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres stelt de rechtbank voorop dat in vaste rechtspraak, zoals de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 11 april 2012 (ECLI:NL:CRVB:2012:BW1516) in beginsel het oordeel van een onafhankelijke door de bestuursrechter ingeschakelde deskundige wordt gevolgd. De door de rechtbank ingeschakelde deskundige heeft de als gevolg van ziekte of gebrek aan te merken beperkingen per 1 juli 2016 en per 1 januari 2018 beschreven in de kritische FML die is opgenomen bij zijn expertiserapport van 13 maart 2020. De motivering van het rapport van de deskundige is overtuigend. Het rapport geeft naar het oordeel van de rechtbank blijk van een zorgvuldig onderzoek en is inzichtelijk en consistent.
Partijen hebben commentaar gegeven op het rapport en de FML van de deskundige. Daaruit blijkt met name van een medisch verschil van inzicht tussen de deskundige en de verzekeringsarts b&b. Dat verschil van inzicht merkt de rechtbank niet aan als een in de genoemde vaste rechtspraak voorkomende uitzonderingssituatie, die aanleiding geeft om af te wijken van het uitgangspunt dat de door de rechtbank ingeschakelde deskundige wordt gevolgd.
De commentaren van partijen geven de rechtbank dan ook geen aanleiding af te wijken van het beginsel dat de onafhankelijke deskundig wordt gevolgd.
Daarom dient te worden uitgegaan van de beperkingen die de deskundige heeft beschreven in de FML die als bijlage bij de rapportage van 13 maart 2020 is gevoegd.
8. De arbeidsdeskundige b&b is bij de berekening van de resterende verdiencapaciteit uitgegaan van de door de verzekeringsarts b&b vastgestelde beperkingen. Uit de in overweging 7 bereikte conclusie volgt dat het bestreden besluit daarmee op een ondeugdelijke motivering berust.
9. Het beroep is om die reden gegrond en het bestreden besluit komt voor vernietiging in aanmerking.
10. Op grond van artikel 8:51a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de rechtbank het bestuursorgaan in de gelegenheid stellen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen, de zogeheten 'bestuurlijke lus'. De rechtbank ziet aanleiding om van deze mogelijkheid gebruik te maken en zal het UWV in de gelegenheid stellen om eiseres haar WIA-aanspraken vast te stellen op basis van de door de deskundige vastgestelde medische beperkingen.
De rechtbank zal daarna beoordelen of de rechtsgevolgen van het te vernietigen besluit in stand kunnen blijven.
11. De rechtbank zal de termijn waarbinnen het UWV het gebrek kan herstellen bepalen op acht weken. Als het UWV hiervan geen gebruik wil maken, dan dient het dit binnen twee weken aan de rechtbank mee te delen. Als het UWV wel gebruik maakt van die gelegenheid, dan zal de rechtbank eiseres in de gelegenheid stellen binnen vier weken te reageren op de herstelpoging van het UWV. Daarna zal de rechtbank in beginsel zonder tweede zitting einduitspraak doen.
12. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan tot de einduitspraak. Dat laatste betekent ook dat zij over de vergoeding van het griffierecht en de proceskosten nu nog geen beslissing neemt.