ECLI:NL:RBZWB:2021:3186
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake openbaarmaking inspectierapport door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
In deze zaak heeft verzoekster, een thuiszorgorganisatie, bezwaar gemaakt tegen het besluit van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 maart 2021, waarin werd besloten tot openbaarmaking van een inspectierapport. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. De zitting vond plaats op 14 juni 2021 in Breda, waar verzoekster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en enkele medewerkers. De minister was vertegenwoordigd door drie gemachtigden.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventuele bodemprocedure. De inspectie had op 19 januari 2021 een inspectiebezoek aan verzoekster gebracht, wat leidde tot een concept-inspectierapport dat op 18 februari 2021 werd verzonden. Na aanpassingen werd het rapport op 26 maart 2021 vastgesteld en openbaar gemaakt. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster niet heeft aangetoond dat het rapport feitelijke onjuistheden bevat.
De voorzieningenrechter heeft verder opgemerkt dat de wetgever het belangrijk acht dat informatie van toezichthouders openbaar wordt gemaakt en dat de toetsing door de bestuursrechter beperkt is tot de feitelijke basis van het rapport. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen redenen zijn om het openbaarmakingsbesluit te schorsen. De uitspraak is gedaan door mr. drs. E.J. Govaers, in aanwezigheid van griffier mr. E.A. Vermunt, en is openbaar gemaakt op 14 juni 2021.