ECLI:NL:RBZWB:2021:3181
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde vaststelling en onroerende zaakbelasting
In deze zaak heeft de heffingsambtenaar van de gemeente Steenbergen op 28 februari 2019 de WOZ-waarde van een onroerende zaak vastgesteld op € 569.000,- voor het kalenderjaar 2019. De belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond in de uitspraak op bezwaar van 8 oktober 2019. Hierop heeft de belanghebbende beroep ingesteld bij de rechtbank.
De zitting vond plaats op 23 juni 2021, waar de belanghebbende werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, G. Gieben, en de heffingsambtenaar door een vertegenwoordiger en een taxateur. Tijdens de zitting bereikten partijen een compromis, waarbij zij overeenkwamen dat de waarde in het economisch verkeer van de woning per waardepeildatum 1 januari 2018 op € 530.000,- moest worden vastgesteld. De rechtbank heeft dit compromis gevolgd en het beroep gegrond verklaard.
De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd en de WOZ-waarde verlaagd tot € 530.000,-. Tevens is de heffingsambtenaar veroordeeld tot het vergoeden van het betaalde griffierecht van € 47,- en de proceskosten van de belanghebbende, die zijn vastgesteld op € 1.598,-. Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Josten, rechter, en is openbaar gemaakt op 23 juni 2021.