In deze hersteluitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 3 juni 2021, wordt een eerdere uitspraak van 16 april 2021 hersteld. De zaak betreft een verzoekster die een proceskostenvergoeding heeft aangevraagd in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De rechtbank had in de eerdere uitspraak de reiskosten van verzoekster om de zitting in Middelburg te bezoeken niet meegenomen in de berekening van de proceskosten. Dit werd als een fout erkend en is nu gecorrigeerd.
Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. W.C.M. Pronk-Schaap van CNV Connectief, had op het formulier proceskosten een bedrag van € 41,36 opgegeven voor reiskosten. Dit bedrag was gebaseerd op een enkele reis van 112 km, waarbij verzoekster door haar gezondheidssituatie genoodzaakt was om met eigen vervoer te reizen. De rechtbank heeft de reiskosten opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat de afstand volgens de routeplanner 56 km bedraagt. De rechtbank hanteert een maximale kilometervergoeding van € 0,19, wat resulteert in een bedrag van € 21,28 voor de reiskosten, plus € 10,- voor de tunnel.
De rechtbank heeft de eerdere uitspraak hersteld en het totaalbedrag van de proceskostenvergoeding verhoogd naar € 2.194,97. De uitspraak van 16 april 2021 blijft verder ongewijzigd. Deze hersteluitspraak is gedaan door rechter mr. J.L. Sierkstra, in aanwezigheid van griffier R.V. van Vliet, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.