ECLI:NL:RBZWB:2021:3127
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen oplegging educatieve maatregel alcohol en verkeer door het CBR
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 juni 2021 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen de oplegging van een educatieve maatregel alcohol en verkeer (EMA) door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Eiser was op 5 april 2020 aangehouden op verdenking van rijden onder invloed van alcohol, waarbij hij weigerde mee te werken aan een ademanalyse. Het CBR legde hem vervolgens een EMA op, welke eiser aanvecht. Eiser stelt dat hij niet als bestuurder heeft opgetreden, maar enkel in zijn auto zat om te slapen. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden rondom de aanhouding en de oplegging van de EMA zorgvuldig gewogen. De rechtbank oordeelt dat het CBR voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat eiser als bestuurder van de auto moet worden aangemerkt, en dat de EMA terecht is opgelegd. De rechtbank wijst erop dat de stelling van eiser dat hij niet als bestuurder heeft opgetreden onvoldoende onderbouwd is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen reden voor een proceskostenveroordeling.