ECLI:NL:RBZWB:2021:3089

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 juni 2021
Publicatiedatum
18 juni 2021
Zaaknummer
AWB - 20 _ 7736
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen ongeldigverklaring rijbewijs op basis van medische geschiktheid

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 juni 2021 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen een besluit van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). Eiseres had op 14 januari 2020 een gezondheidsverklaring ingediend bij het CBR, waarna op 8 juni 2020 een primaire beslissing volgde waarin zij onder voorwaarden rijgeschikt werd verklaard. Het CBR stelde dat eiseres een nieuw rijbewijs moest aanvragen, omdat haar oude rijbewijs niet meer geldig was. Eiseres maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het CBR verklaarde dit bezwaar ongegrond in een bestreden besluit van 21 juli 2020. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.

Tijdens de zitting op 18 mei 2021 was eiseres aanwezig, evenals de vertegenwoordiger van het CBR, mr. Y.M. Wolvekamp. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder de medische keuring en de geldigheid van het rijbewijs. Eiseres voerde aan dat de termijn voor het aanvragen van een nieuw rijbewijs onredelijk was en dat haar rijbewijs te kort geldig was gezien haar leeftijd. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres zelf had gekozen om vroegtijdig een gezondheidsverklaring aan te vragen en dat de termijn die het CBR had gesteld voor het aanvragen van een nieuw rijbewijs niet onredelijk was.

De rechtbank concludeerde dat het verzoek van eiseres om haar rijbewijs geldig te verklaren tot 12 december 2025 niet kon worden ingewilligd, omdat zij tijdig een nieuw rijbewijs had aangevraagd en dit in overeenstemming was met de wettelijke bepalingen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/7736 WVW

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juni 2021 in de zaak tussen

[eiseres], te [plaatsnaam], eiseres,

en
de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen(CBR), verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 8 juni 2020 (primaire besluit) heeft het CBR eiseres onder voorwaarden rijgeschikt voor bepaalde voertuigen verklaard.
In het besluit van 21 juli 2020 (bestreden besluit) heeft het CBR het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het CBR heeft een verweerschrift ingediend.
Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank op 18 mei 2021. Hierbij waren aanwezig eiseres en namens het CBR mr. Y.M. Wolvekamp.

Overwegingen

1.
Feiten en omstandigheden
Op 14 januari 2020 heeft eiseres bij het CBR een ‘Gezondheidsverklaring, Rijbewijs 75+’ ingediend. Op 2 juni 2020 is een geneeskundig verslag gemaakt.
Op basis daarvan komt het CBR in het primaire besluit tot de conclusie dat er bij eiseres sprake is van onvoldoende gezichtsscherpte zonder correctie. Eiseres wordt rijgeschikt verklaard voor de volgende voertuigen: personenauto, bestelauto en bepaalde driewielers, aanhanger achter de auto en T-rijbewijs, onder voorwaarde dat zij een bril of contactlenzen draagt, code: 01.06.
Het CBR stelt dat het rijbewijs alleen geldig is als eiseres tijdens het rijden aan deze voorwaarde voldoet en haar rijbewijs hierop is aangepast. Omdat het huidige rijbewijs niet meer klopt moet eiseres zo snel mogelijk een nieuw rijbewijs aanvragen. Dit moet voor 6 juli 2020 omdat anders het huidige rijbewijs ongeldig wordt verklaard.
Eiseres heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt.
Met het bestreden besluit heeft het CBR het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit kennelijk ongegrond verklaard.
2.
Beroepsgronden
Eiseres heeft aangevoerd dat haar rijbewijs op 12 december 2020 zou verlopen. Vanwege de lange wachttijden bij het CBR wilde eiseres op tijd zijn en daarom heeft zij op 12 januari 2020 een gezondheidsverklaring naar het CBR gezonden. Op 27 maart ontving zij een uitnodiging voor een keuring. Die heeft zij ondergaan. Vervolgens heeft het CBR aan eiseres meegedeeld dat haar rijbewijs, gelet op de uitslag van de keuring, niet meer klopte en dat zij uiterlijk 6 juli 2020 een nieuw rijbewijs diende aan te vragen. Dat heeft eiseres gedaan maar dat rijbewijs is een half jaar minder lang geldig, namelijk tot 24 juni 2025 in plaats van tot
12 december 2025. Eiseres vindt dat een erg lange periode op haar leeftijd en niet eerlijk. De keuringsaanvraag van een vriend van eiseres heeft meer dan 9 maanden geduurd zodat het redelijk is dat zij tijdig met haar aanvraag is gestart. Haar goede bedoelingen om tijdig een verlenging aan te vragen in verband met de grote achterstanden bij het CBR worden nu echter tegen haar gebruikt. Eiseres verzoekt dat haar rijbewijs geldig wordt verklaard tot
12 december 2025.
3.
Wettelijk kader
Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak.
4.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank leidt uit het dossier af dat eiseres op [geboortedag] 2020 75 jaar is geworden en dat toen ook haar oude rijbewijs verliep. Voor verlenging van dat rijbewijs diende daarom een verklaring van rijgeschiktheid te worden geregistreerd. Eiseres heeft op 14 januari 2020 zo’n verklaring bij het CBR aangevraagd. Zij heeft een medische keuring ondergaan en het CBR heeft vervolgens op basis daarvan op 8 juni 2020 een verklaring van geschiktheid, onder de voorwaarde van een bril of contactlenzen, afgegeven. Het CBR heeft daarbij meegedeeld dat, omdat het oude rijbewijs niet juist meer is, eiseres voor 6 juli 2020 een nieuw rijbewijs moet aanvragen. Eiseres heeft bij de gemeente een nieuw rijbewijs aangevraagd en die is geldig tot 24 juni 2025.
Naar het oordeel van de rechtbank is het de eigen keuze van eiseres geweest om al op
14 januari 2020 – 11 maanden voor afloop van haar oude rijbewijs – een verklaring van geschiktheid aan te vragen. Zij had ook kunnen wachten tot zij daartoe door het CBR uitgenodigd werd. De termijn waarop het CBR de aanvraag om de verklaring van geschiktheid heeft afgehandeld acht de rechtbank niet onredelijk. Wel kan worden afgevraagd of de door het CBR genoemde termijn tot 6 juli 2020 voor het aanvragen van een nieuw rijbewijs een redelijke is. Maar ook al zou de rechtbank tot de conclusie komen dat die termijn onredelijk is, dan kan deze vaststelling echter tot niets leiden. Eiseres heeft namelijk voor die tijd een nieuw rijbewijs bij de gemeente aangevraagd en die ook gekregen. Dat dat rijbewijs 5 jaar geldig is, tot 24 juni 2025, is overeenkomstig de wettelijke bepalingen en bovendien een besluit van de gemeente dat in deze procedure niet voorligt. Aan het verzoek van eiseres om het rijbewijs geldig te verklaren tot 12 december 2025 kan de rechtbank dan ook niet voldoen.
5.
Conclusie
Het beroep is ongegrond. Er is geen reden voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van mr. H.D. Sebel, griffier op 18 juni 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Bijlage: wettelijk kader

WEGENVERKEERSWET 1994
Artikel 122
Met in achtneming van de artikelen 123, 123a en 123b wordt de geldigheidsduur van het rijbewijs bij algemene maatregel van bestuur vastgelegd.
Artikel 124
1. Onverminderd de artikelen 132, tweede lid, en 134, vierde lid, wordt een rijbewijs overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde regels voor een of meer categorieën van motorrijtuigen of voor een deel van de geldigheidsduur ongeldig verklaard indien:
d. de houder blijkens een op diens verzoek uitgevoerd onderzoek niet langer beschikt over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid die is vereist voor het besturen van motorrijtuigen van de categorie of categorieën waarop het onderzoek betrekking heeft, voor die categorie of categorieën en, indien bij dat onderzoek blijkt dat hij tevens niet beschikt over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid die is vereist voor het besturen van motorrijtuigen van een andere categorie of andere categorieën dan waarop het onderzoek betrekking heeft, tevens voor die andere categorie of categorieën;
2. De ongeldigverklaring geschiedt:
e. in de in het eerste lid, onderdeel d, bedoelde gevallen door het CBR;
3. De ongeldigverklaring is van kracht met ingang van de zevende dag na die waarop het besluit tot ongeldigverklaring aan de houder van het rijbewijs is bekend gemaakt.
Artikel 125
2. Indien de ongeldigverklaring verband houdt met de noodzaak de rijbevoegdheid die voortvloeit uit een of meer categorieën waarvoor het rijbewijs is afgegeven, te beperken door het stellen van eisen aan het motorrijtuig of aan de bestuurder daarvan, wordt door degene die is belast met de afgifte van rijbewijzen een nieuw rijbewijs afgegeven waarin de noodzakelijk geachte beperkingen ten aanzien van de rijbevoegdheid zijn aangeduid met een bij ministeriële regeling vastgestelde codering.
REGLEMENT RIJBEWIJZEN
Artikel 24
Aan de aanvrager van een rijbewijs, die blijkens de ten behoeve van hem in het rijbewijzenregister geregistreerde verklaring van geschiktheid de voor het besturen van motorrijtuigen vereiste geschiktheid slechts bezit indien hij corrigerende lenzen draagt, wordt een rijbewijs afgegeven dat slechts geldig is indien de aanvrager bij het besturen gebruik maakt van die corrigerende lenzen. In het rijbewijs is deze beperking aangeduid met een bij ministeriële regeling vastgestelde codering.
Artikel 25a
1. Behoudens de artikelen 123, 123a en 123b van de wet is een rijbewijs voor de categorieën AM, A1, A2, A, B, E bij B, of T, afgegeven aan een aanvrager die de leeftijd van
a. 65 jaren nog niet heeft bereikt, geldig voor de duur van tien achtereenvolgende jaren, gerekend vanaf de in het rijbewijs vermelde datum van afgifte;
b. 65 jaren doch nog niet die van 70 jaren heeft bereikt, geldig vanaf de in het rijbewijs vermelde datum van afgifte tot de dag waarop hij de leeftijd van 75 jaren bereikt;
c. 70 jaren heeft bereikt, geldig voor de duur van vijf achtereenvolgende jaren, gerekend vanaf de in het rijbewijs vermelde datum van afgifte.
Artikel 35
1. Indien de aanvraag betrekking heeft op de vernieuwing van het eerder aan de aanvrager afgegeven rijbewijs, dient bij de aanvraag aan de volgende vereisten te worden voldaan:
a. behoudens de in artikel 33 genoemde bescheiden wordt tevens dat eerder afgegeven rijbewijs overgelegd;
b. in het rijbewijzenregister is ten behoeve van de aanvrager een verklaring van geschiktheid geregistreerd, waarbij de datum van registratie niet langer dan een jaar vóór de aanvraag mag liggen, indien
I. de aanvraag mede betrekking heeft op een der rijbewijscategorieën C, C1, D, D1, E bij C, E bij C1, E bij D of E bij D1,
II. de aanvrager de leeftijd van 75 jaren heeft bereikt,
III. de aanvrager de leeftijd van 70 jaren heeft bereikt en in het bezit is van een rijbewijs waarvan de geldigheidsduur verstrijkt op of na de dag waarop hij de leeftijd van 75 jaren bereikt,
Artikel 97
1. Verklaringen van geschiktheid worden op aanvraag en tegen betaling van het daarvoor vastgestelde tarief door het CBR in het rijbewijzenregister geregistreerd ten behoeve van een ieder die voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen. Het CBR doet van deze registratie mededeling aan de aanvrager.
Artikel 100
1. Bij de aanvraag dienen te worden overgelegd:
a. een niet langer dan twee weken voor de aanvraag getekende, volledig ingevulde eigen verklaring volgens door het CBR vastgesteld model;
3. Indien de aanvraag betrekking heeft op:
a. de afgifte van een rijbewijs aan een aanvrager die de leeftijd van 75 jaren heeft bereikt,
b. de afgifte van een rijbewijs aan een aanvrager die de leeftijd van 70 jaren heeft bereikt en die in het bezit is van een rijbewijs waarvan de geldigheidsduur verstrijkt op of na de dag waarop hij de leeftijd van 75 jaren bereikt, dan wel
c. de afgifte van een rijbewijs dat geldig is voor een of meer van de rijbewijscategorieën C, C1, D, D1, E bij C, E bij C1, E bij D of E bij D1,
dient bij de aanvraag tevens een niet langer dan twee weken voor de aanvraag getekend, geneeskundig verslag volgens door het CBR vastgesteld model te worden overgelegd. Het geneeskundig verslag dient in de gevallen, bedoeld onder a en b, te zijn opgemaakt door een arts en dient in het geval, bedoeld onder c, te zijn opgemaakt door een door het CBR aangewezen arts.
Artikel 103
1. Indien de aanvrager naar het oordeel van het CBR voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen ten aanzien van de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën waarop de aanvraag betrekking heeft, registreert het in het rijbewijzenregister ten behoeve van de aanvrager voor die categorie of categorieën een verklaring van geschiktheid. Deze registratie vindt plaats zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van:
a. de bevindingen van de arts of artsen of deskundige of deskundigen, of
b. de eigen verklaring, indien geen vordering als bedoeld in artikel 101, eerste lid, is gedaan.
5. Indien de aanvrager naar het oordeel van het CBR aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen van de rijbewijscategorie of rijbewijscategorieën waarop de aanvraag betrekking heeft, slechts voldoet indien het door hem te besturen motorrijtuig aan bepaalde eisen voldoet dan wel indien de aanvrager bij het besturen gebruik maakt van kunst- of hulpmiddelen, registreert het CBR binnen de in het eerste lid aangegeven termijn de noodzakelijk geachte aanpassingen aan het motorrijtuig dan wel de door de bestuurder te gebruiken kunst- of hulpmiddelen in het rijbewijzenregister door middel van een bij ministeriële regeling vastgestelde codering.
REGELING EISEN GESCHIKTHEID 2000
Artikel 2
De eisen met betrekking tot de lichamelijke en geestelijke geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen worden vastgesteld overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage.
Bijlage behorende bij de Regeling eisen geschiktheid 2000
In hoofdstuk 3 worden de eisen aan de geschiktheid voor het gezichtsvermogen gegeven.