Op 18 juni 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Eiseres had beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op bezwaar door het college inzake haar bezwaar tegen een e-mail van 11 september 2020. De rechtbank heeft het beroep versneld behandeld en besloten dat een zitting niet nodig was. Eiseres had eerder bezwaar gemaakt tegen besluiten van het college over bodemverontreiniging en verzocht om informatie op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De rechtbank oordeelde dat het college in gebreke was gebleven en dat het beroep gegrond was. De rechtbank heeft het college opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een beslissing op bezwaar te nemen en heeft de verbeurte van een dwangsom vastgesteld op € 1.442,-. Daarnaast is het college veroordeeld tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten van eiseres. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college een dwangsom van € 100,- per dag verschuldigd is voor elke dag dat de termijn voor het nemen van een beslissing op bezwaar wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op 24 juni 2021.