Bij wijze van zelfstandige verzoeken verzoekt de man – thans – de rechtbank om bij beschikking, voor zover de wet dit toelaat uitvoerbaar bij voorraad, waar nodig met wijziging van het op 8 september 2017 tussen partijen onderling vastgestelde ouderschapsplan, en kosten rechtens:
I.
primairte bepalen dat [minderjarige 2] haar hoofdverblijfplaats heeft bij hem,
en daarbij te bepalen dat [minderjarige 2] in een vierweekse cyclus telkens drie weekenden, van vrijdag uit school tot zondag 19:00 uur, bij de vrouw verblijft, waarbij de vrouw [minderjarige 2] op vrijdag uit school ophaalt en hij [minderjarige 2] op zondag bij de vrouw ophaalt,
en daarbij te bepalen dat de vakantiedagen, feestdagen en bijzondere dagen in onderling overleg bij helfte worden verdeeld,
althans;
II.
subsidiair, indien zijn verzoek om de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 2] bij hem te bepalen wordt afgewezen,
te bepalen dat de vrouw gehouden is om uiterlijk drie maanden na de betekening van de in dezen te wijzen beschikking terug dient te verhuizen naar [plaats3] , dan wel dient terug te verhuizen naar een plaats in een straal van tien kilometer daar vandaan, bij gebreke waarvan de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 2] onmiddellijk zal wijzigen naar hem, zulks primair met het bevel aan de vrouw tot afgifte van [minderjarige 2] aan de hem en daarbij hem te machtigen de beschikking zo nodig ten uitvoer te doen leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie, zulks subsidiair op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag dat de vrouw weigert haar medewerking hieraan te verlenen, althans te beslissen zoals de rechtbank in goede justitie juist en redelijk acht,
en daarbij te bepalen dat [minderjarige 2] alsdan – indien de vrouw tijdig is terugverhuisd – bij hem zal verblijven iedere woensdag van 16:00 uur tot 19:00 uur en in een vierweekse cyclus telkens drie weekenden, van vrijdag uit school tot zondag 19:00 uur, waarbij hij [minderjarige 2] op vrijdag uit school ophaalt en de vrouw [minderjarige 2] op zondag bij hem ophaalt, zulks met dien verstande dat er vanaf het moment dat [minderjarige 2] naar de middelbare school gaat een week-op/week-af-regeling gaat gelden met als wisselmoment vrijdag 17:00 uur,
althans,
een zorgregeling tussen hem en [minderjarige 2] te bepalen met een zo hoog mogelijke frequentie zoals de rechtbank in goede justitie juist en redelijk acht;
althans;
III
meer subsidiair, indien het verzoek van de vrouw om haar vervangende toestemming te verlenen om met [minderjarige 2] naar [plaats] te verhuizen wordt toegewezen,
te bepalen dat [minderjarige 2] alsdan in een vierweekse cyclus telkens drie weekenden, van vrijdag uit school tot zondag 19:00 uur, bij hem zal verblijven, waarbij de vrouw [minderjarige 2] op vrijdag uit school ophaalt en naar hem toebrengt en hij [minderjarige 2] op zondag bij de vrouw thuisbrengt,
en daarbij te bepalen dat de vakantiedagen, feestdagen en bijzondere dagen in onderling overleg bij helfte worden verdeeld.