Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
De door de officier van justitie genoemde omstandigheden zijn bovendien apart noch in onderlinge samenhang voldoende om te komen tot wettig en overtuigend bewijs van de medeplichtigheid van het vervoeren dan wel aanwezig hebben in Tilburg. Verdachte was samen met mevrouw [naam 1] vlakbij de loods. [naam 1] was degene die de transporteur aansprak over de zending. Zij heeft anders verklaard over de gang van zaken dan de verbalisanten hebben gerelateerd in het proces-verbaal van bevindingen. Zo heeft zij onder meer tegen de chauffeur ter plaatse gezegd dat de zending voor haar was en in haar verklaring van de politie zegt ze dat dat niet het geval is. De omstandigheid dat de zakken in de woning waar verdachte verbleef hetzelfde zijn als de zakken waarin de hennep zat, zegt niets over de betrokkenheid van verdachte nu hij heeft verklaard dat deze zakken al langere tijd in de woning lagen. De gemiste oproepen van [medeverdachte] op de telefoon van verdachte zijn verklaarbaar omdat verdachte regelmatig als zwarte taxi reed en daarover kon worden gebeld. De achterbank in de auto was naar beneden geklapt omdat er twee dagen daarvoor een feestje was geweest waarvoor drank moest worden vervoerd. De envelop waarop het woord ‘ [naam 2] ’ stond, kon al langere tijd in de auto liggen nu het bankafschrift van oktober 2018 dateert en dat woord kan er dus ook door derden zijn opgeschreven. Deze omstandig-heden maken niet dat de betrokkenheid van verdachte in voldoende mate vaststaat. Daarom dient vrijspraak te volgen.
5.De overwegingen omtrent het beslag.
6.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het tenlastegelegde feit;