In deze zaak hebben verzoekers, die sinds 1983 bij hun dochter wonen, een aanvraag ingediend voor een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg heeft hun aanvraag niet in behandeling genomen, omdat zij niet de gevraagde gegevens hebben ingeleverd. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 3 juni 2021 hebben verzoekers hun situatie toegelicht, waarbij zij aangaven in financiële problemen te verkeren en dat zij al geruime tijd geen inkomen hebben. Het college had hen eerder verzocht om aanvullende informatie, maar verzoekers stelden dat een deel van de gevraagde gegevens niet relevant was voor hun aanvraag.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat voor het treffen van een voorlopige voorziening een spoedeisend belang moet bestaan. Verzoekers hebben echter niet voldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een acute financiële noodsituatie. De overgelegde gegevens waren verouderd en er was geen bewijs van een actuele noodsituatie. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het bestreden besluit niet evident onrechtmatig is en dat verzoekers de behandeling van de beroepsprocedure kunnen afwachten. Daarom is het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus op 10 juni 2021 en openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.