ECLI:NL:RBZWB:2021:2874
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake bijstandsuitkering en betalingsonmacht
Op 8 juni 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een verzetzaak van een opposant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. De opposant had beroep ingesteld tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen, die betrekking hadden op zijn aanspraken op bijstandsuitkering en bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet. De rechtbank had eerder, op 4 maart 2021, de beroepen niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De opposant heeft hiertegen verzet ingesteld, zonder verzoek om een zitting.
De rechtbank heeft in deze verzetzaak beoordeeld of de eerdere uitspraak terecht was gedaan. De rechtbank concludeerde dat de eerdere uitspraak ten onrechte was gedaan, omdat de opposant had verklaard geen inkomen te genieten en niet over vermogen te beschikken. De rechtbank had de mogelijkheid om nadere gegevens op te vragen of de Raad voor Rechtsbijstand te verzoeken om een inkomensverklaring, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Hierdoor was de eerdere beslissing om het beroep niet-ontvankelijk te verklaren onterecht.
De rechtbank heeft het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak vervalt en het onderzoek hervat moet worden. De rechtbank zal opnieuw moeten beoordelen of de opposant voldoet aan de criteria voor betalingsonmacht. Indien het beroep op betalingsonmacht slaagt, zal de zaak alsnog op een zitting worden behandeld. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, omdat er geen aanleiding voor was. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.