ECLI:NL:RBZWB:2021:2853
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
Op 4 juni 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De eiser had op 7 februari 2021 digitaal beroep ingesteld tegen een besluit van 24 december 2020, waarin zijn uitkering per 4 november 2020 werd ingetrokken en de terugvordering van zijn uitkering over de periode van 1 april 2020 tot en met 3 november 2020 werd aangekondigd, ingevolge de Participatiewet.
De rechtbank constateerde dat de eiser niet had voldaan aan de verplichting tot betaling van griffierecht, zoals voorgeschreven in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser was schriftelijk gewezen op deze verplichting en had een aangetekende brief ontvangen waarin hem werd medegedeeld dat het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van de brief moest zijn overgemaakt. Aangezien het griffierecht niet tijdig was ontvangen, verklaarde de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
De uitspraak werd gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van J.J.P.M. van Gestel, griffier. De beslissing werd openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak kunnen partijen en andere belanghebbenden verzet doen bij de rechtbank, met een termijn van zes weken voor het indienen van een verzetschrift, die aanvangt op de dag na de verzending van de uitspraak.