ECLI:NL:RBZWB:2021:2771
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- S.A.M.L. van de Sande
- A.J.M. van Hees
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake indicatie Wet langdurige zorg
Op 2 juni 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz). Verzoeker, geboren in 1944 en lijdend aan cognitieve stoornissen door een CVA, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) van 23 februari 2021, waarin zijn aanvraag voor een indicatie voor zorgprofiel VV07 werd afgewezen. Het CIZ had eerder een indicatie voor zorgprofiel VV05 verleend, maar verzoeker stelde dat dit niet voldeed aan zijn zorgbehoeften. Hij verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij 24 uur per dag zorg nodig heeft en de huidige indicatie niet toereikend zou zijn.
Tijdens de zitting op 19 mei 2021 zijn partijen niet verschenen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker een indicatie heeft voor zorgprofiel VV05 en dat hij deze zorg thuis ontvangt via een persoonsgebonden budget (pgb). De rechter oordeelde dat het pgb niet voldoende is voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat dit gebaseerd is op de kosten in een instelling. Bovendien kan verzoeker met de huidige indicatie kiezen voor opname in een verpleegtehuis. De rechter concludeerde dat er geen spoedeisend belang was voor het verzoek om een voorlopige voorziening en wees dit af. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.