ECLI:NL:RBZWB:2021:2735
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- C.E.M. Marsé
- A.J.M. van Hees
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening inzake registratie in de Basisregistratie Personen
Op 31 mei 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker bezwaar had gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen. Het betrof een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de registratie in de Basisregistratie Personen (Brp). Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 28 april 2021, maar had verzuimd het verschuldigde griffierecht tijdig te betalen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een zitting achterwege kon blijven. Verzoeker was bij aangetekende brief van 8 mei 2021 geïnformeerd over de verplichting tot betaling van het griffierecht en dat dit uiterlijk binnen twee weken moest gebeuren. Ondanks deze waarschuwing is het griffierecht niet tijdig ontvangen.
Hierdoor heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het verzoek om een voorlopige voorziening kennelijk niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan door mr. C.E.M. Marsé, in aanwezigheid van griffier mr. A.J.M. van Hees, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.