ECLI:NL:RBZWB:2021:2713
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Bevel tot sluiting garagebox voor de duur van 6 maanden
Op 1 juni 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en de burgemeester van de gemeente Tilburg. De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening tegen een besluit van de burgemeester, dat op 13 april 2021 was genomen. Dit besluit hield in dat de garagebox van de verzoeker voor de duur van zes maanden gesloten zou worden. De verzoeker heeft op 25 april 2021 een verzoek ingediend bij de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
Volgens artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) was een zitting niet noodzakelijk, en de voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld. Tijdens de procedure is de verzoeker gewezen op de verplichting tot betaling van griffierecht. De verzoeker werd geïnformeerd dat het verzoek niet-ontvankelijk verklaard kon worden als het griffierecht niet tijdig werd betaald.
De voorzieningenrechter constateerde dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was ontvangen, waardoor het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk werd verklaard. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder verdere behandeling afgedaan. De uitspraak werd gedaan door mr. G.M.J. Kok, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.