ECLI:NL:RBZWB:2021:2709
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig nemen van beslissing op aanvraag bijzondere bijstand
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout op haar aanvraag voor bijzondere bijstand. De aanvraag, ingediend op 10 december 2020, betreft onder andere kledingstukken, orthopedisch schoeisel, pedicurebehandelingen, medicijnen en kosten voor de behandeling van een huisdier. De rechtbank heeft het beroep versneld behandeld en vastgesteld dat het college niet binnen de wettelijk vereiste termijn van acht weken heeft beslist, wat resulteert in een overschrijding van de beslistermijn. Eiseres heeft het college op 11 maart 2021 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank heeft geoordeeld dat het college niet tijdig heeft gereageerd op de aanvraag.
De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het college opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een beslissing te nemen op de aanvraag. Tevens heeft de rechtbank de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,- en bepaald dat het college een dwangsom van € 100,- per dag verbeurt voor elke dag dat de termijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht van € 49,-. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande op 31 mei 2021 en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.