ECLI:NL:RBZWB:2021:2648
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Intrekking van omgevingsvergunning voor de bouw van een loods-rundveestal en ontvangstruimte
Op 20 mei 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker bezwaar had gemaakt tegen de intrekking van zijn omgevingsvergunningen voor de bouw van een loods-rundveestal en een ontvangstruimte met hygiënesluis. De intrekking van de vergunningen was door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg op 16 februari 2021 besloten. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om voorlopige voorzieningen te treffen, omdat hij meende dat de intrekking van de vergunningen ernstige schade zou toebrengen aan zijn bedrijf, dat zich richt op het houden van zoogkoeien en kalveren.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat de intrekking van de vergunningen op korte termijn zou leiden tot een financiële noodsituatie voor zijn bedrijf. Verzoeker had weliswaar een financiële onderbouwing ingediend, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de omstandigheden niet zodanig waren dat verzoeker de uitkomst van de bezwaarschriftenprocedure niet kon afwachten. De voorzieningenrechter heeft daarbij in aanmerking genomen dat de vergunningen al in 2009 waren verleend en dat verzoeker in het afgelopen jaar zelf al grondwerkzaamheden had verricht en bouwmaterialen had aangeschaft.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisendheid was die een onmiddellijke beslissing vereiste. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.