Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 12 mei 2021 in de zaak tussen
[naam eiseres] , te [plaatsnaam 1] , en andere,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder,
het Rijksvastgoedbedrijf.
Procesverloop
Overwegingen
1. Inleiding
2. Bestreden besluit
Notitie/Memo Stikstofdepositieonderzoek ter ondersteuning van de herstelvergunning van vliegbasis [plaatsnaam 2] ”van 2 april 2019 van Royal HaskoningDHV (notitie I), geconcludeerd dat de hiermee gepaard gaande extra stikstofdepositie ruimschoots wordt gecompenseerd door de verminderde stikstofdepositie als gevolg van de afname van het aantal proefdraaiuren.
Stikstofdepositie rond de luchthaven [plaatsnaam 2]’ uit september 2013 van het Nederlands Lucht- en Ruimtevaartcentrum (NLR), waaruit volgt dat de stikstofdepositie als gevolg van het wegverkeer in 2010 met minimaal 0,1 mol/ha/jr toeneemt, maar dat gemiddeld sprake zal zijn van een toename van 0,94 mol/ha/jr en maximaal van 8,26 mol mol/ha/jr. Bij het primaire besluit is ten onrechte van een geringere depositie in 2015 uitgegaan. Daarnaast rekent de AERIUS Calculator thans met stikstofeffecten tot op een afstand van 5 km van het verkeer, terwijl verweerder slechts de effecten tot een afstand van 3 km heeft berekend. Overigens staat ook de 5 km-afstand ter discussie, zo blijkt uit het rapport ‘
Meer meten, robuuster rekenen’ van de commissie Hordijk van 15 juni 2020. Verder zijn effecten op en naast wegen waar sprake is van een toename van minder dan 50 auto’s niet meegerekend. Ook beweegt verkeer zich verder dan 3 km van de vliegbasis en dus reiken ook de effecten verder.
4. Toepasselijk recht
5. Beoordeling
Intern salderen
Kamerbrief: Nadere afspraken met provincies over beleidsregels’ van verweerder van 4 december 2019. Onduidelijk is of verweerder zich gebonden acht aan daarin verwoorde uitgangspunten en aan de door haar opgestelde beleidsregels ten behoeve van de provincies die dateren van na het bestreden besluit. Het bestreden besluit is daarom onzorgvuldig voorbereid en mogelijk in strijd met de rechtszekerheid. Ter zitting heeft verweerder toegelicht dat er geen expliciete grondslag voor intern salderen bestond ten tijde van het bestreden besluit, maar dat intern salderen reeds vele jaren de praktijk is bij bijvoorbeeld veehouderijen.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op om zo spoedig mogelijk een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 345,- aan eiseressen te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseressen tot een bedrag van € 1.068,-.