ECLI:NL:RBZWB:2021:2413
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdige betaling van griffierecht
Op 11 mei 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De eiser had op 16 januari 2021 digitaal bezwaar gemaakt tegen een besluit van 7 januari 2021, waarin zijn bijstandsuitkering per 1 september 2020 werd beëindigd, en waarin de herziening van het recht op bijstand over de periode van 22 juni 2020 tot en met 31 augustus 2020 en de terugvordering van bijstand tot een bedrag van € 1.034,76 werd aangekondigd. Het college heeft het bezwaarschrift als beroepschrift aangemerkt en dit op 20 januari 2021 naar de rechtbank gestuurd.
De rechtbank heeft de eiser gewezen op de verplichting tot betaling van griffierecht, en hem in een aangetekende brief van 25 februari 2021 geïnformeerd dat het griffierecht niet was ontvangen. De eiser werd verzocht het griffierecht binnen vier weken te betalen, met de waarschuwing dat bij niet-tijdige betaling het beroepschrift niet-ontvankelijk zou worden verklaard. Aangezien het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was ontvangen, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was.
De rechtbank heeft de zaak zonder behandeling ter zitting afgedaan en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk, met verwijzing naar de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kunnen partijen verzet doen bij de rechtbank binnen zes weken na verzending van de uitspraak.