ECLI:NL:RBZWB:2021:2362
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toekenning van individuele begeleiding op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) in de vorm van zorg in natura (ZIN)
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 mei 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die bezwaar had gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout. Het college had op 2 maart 2021 aan de verzoeker individuele begeleiding toegekend op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) in de vorm van zorg in natura (ZIN) voor de periode van 1 maart 2021 tot en met 28 februari 2022. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij stelde dat hij de beslissing op bezwaar niet kon afwachten, gezien de onrust en stress die de situatie met zich meebracht.
Tijdens de zitting op 3 mei 2021 is de zaak behandeld. De verzoeker heeft aangevoerd dat hij begeleiding nodig heeft op het gebied van sociaal en persoonlijk functioneren en dat de zorg die hij momenteel ontvangt formeel niet aan hem is toegekend. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een spoedeisend belang. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker nog steeds zorg ontvangt van zijn zorgverlener, ondanks dat er tijdelijk geen vergoeding van het college tegenover staat. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat niet is gebleken dat het voor verzoeker onevenredig bezwaarlijk zou zijn om de beslissing op bezwaar af te wachten.
De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.