ECLI:NL:RBZWB:2021:2286
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling inzake omgevingsvergunning voor het vellen van bomen
Op 7 mei 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers bezwaar hadden gemaakt tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. Deze besluiten betroffen de verleende omgevingsvergunningen aan Maas-Jacobs Vastgoed B.V. voor het vellen van 48 en 39 bomen op twee verschillende percelen. Verzoekers vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar trokken hun verzoek in nadat de verweerder de bestreden besluiten had ingetrokken. Ze verzochten echter wel om een proceskostenveroordeling.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat, op basis van de Algemene wet bestuursrecht, de verzoekers geen recht hadden op proceskostenvergoeding omdat het bestuursorgaan niet geheel of gedeeltelijk aan hun verzoek had tegemoetgekomen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen spoedeisend belang was, aangezien de vergunninghoudster pas mocht beginnen met het vellen van de bomen als zij beschikte over de benodigde vergunningen voor de bouw- en/of restauratiewerkzaamheden. Hierdoor was er geen aanleiding om de verweerder te veroordelen in de proceskosten of het griffierecht.
De uitspraak werd gedaan door mr. E.J. Govaers, in aanwezigheid van griffier mr. P.H.M. Verdonschot, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.