Op 3 mei 2021 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen inzake een wrakingsverzoek van verzoekster, ontvangen op 23 april 2021. Het verzoek was gericht tegen een rechter vanwege vermeende rechtsweigering in nog niet toegewezen zaken. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er nog geen rechter aan de betreffende zaken was gekoppeld, waardoor er geen mogelijkheid was voor een wrakingsverzoek. De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was, aangezien een wrakingsverzoek zich moet richten tot een specifieke rechter die al een beslissing heeft genomen of in de zaak heeft opgetreden. Hierdoor was er geen grond voor een mondelinge behandeling van het verzoek, conform het wrakingsprotocol van de rechtbank. De beslissing werd op dezelfde dag openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.