ECLI:NL:RBZWB:2021:2284
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht
Op 7 mei 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Ontvanger van de Belastingdienst. De eiser had op 27 november 2020 beroep ingesteld tegen een brief van 25 november 2020 van het Landelijk Incasso Centrum van de Belastingdienst, waarin zijn bezwaar niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank constateerde dat de eiser niet had voldaan aan de verplichting tot betaling van griffierecht, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser was schriftelijk gewezen op deze verplichting en had een aangetekende brief ontvangen op 3 januari 2021, waarin hem werd medegedeeld dat het griffierecht binnen vier weken na dagtekening van deze brief moest worden betaald. Aangezien de betaling niet tijdig was ontvangen, verklaarde de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen 8:41 en 8:54 van de Awb, die de voorwaarden voor de ontvankelijkheid van beroepschriften regelen. De uitspraak werd gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van griffier D. Alblas, en werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.