ECLI:NL:RBZWB:2021:2240
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake omgevingsvergunning door termijnoverschrijding
Op 3 mei 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. De eiser had op 3 juni 2020 beroep ingesteld tegen een besluit van 20 april 2020, waarin een omgevingsvergunning was verleend. De rechtbank constateerde dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend, aangezien de beroepstermijn op 2 juni 2020 was geëindigd. De griffier had de eiser eerder gewezen op deze termijnoverschrijding en de gelegenheid geboden om de reden hiervoor toe te lichten.
De rechtbank overwoog dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift van openbare orde is en dat deze niet kan worden verlengd, tenzij er zeer bijzondere omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. De eiser voerde aan dat hij door de gevolgen van de Corona-pandemie in beslag was genomen en dat hij niet over de middelen beschikte die een grote organisatie wel heeft. De rechtbank oordeelde echter dat de eiser in verzuim was, omdat hij had kunnen kiezen voor een gemachtigde of de gronden van het beroep later had kunnen indienen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk, omdat de indiening van het beroepschrift niet binnen de wettelijke termijn had plaatsgevonden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 mei 2021, en partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.