In deze zaak heeft de kinderrechter op 16 april 2021 een verzoek van de ouders behandeld tot wijziging van de gecertificeerde instelling (GI) die verantwoordelijk is voor de jeugdbescherming van hun vier minderjarige kinderen. De ouders hebben verzocht om de huidige GI, Stichting Nidos, te vervangen door Briedis Jeugdbeschermers, vanwege een gebrek aan vertrouwen in de huidige GI en de wens om met een nieuwe instelling een frisse start te maken. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de ouders en hun advocaten aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van de GI en Briedis.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er in Zeeland een zorgelijke situatie heerst door personele problemen bij de GI's, veroorzaakt door het opzeggen van contracten door gemeenten en het beëindigen van certificaten. Dit heeft geleid tot een beperkte mogelijkheid om nieuwe casussen op te pakken. De kinderrechter heeft grote zorgen geuit over de belangen van de minderjarigen, die gedwongen hulp nodig hebben, en heeft geconcludeerd dat een wijziging van de GI niet in hun belang zou zijn. De kinderrechter heeft de ouders erop gewezen dat een andere GI mogelijk niet de oplossing biedt die zij hopen, en dat een wijziging van de GI kan leiden tot verdere conflicten.
Uiteindelijk heeft de kinderrechter het verzoek van de ouders afgewezen, met de overweging dat de huidige situatie niet in het belang van de minderjarigen is en dat er een strakke regie van de gezinsmanagers noodzakelijk is om de samenwerking met de ouders te verbeteren. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de schriftelijke uitwerking vastgesteld op 30 april 2021.