Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 april 2021 in de zaken tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Dat de verordening en het beleid een andere werkwijze kent dan nu is gevolgd, doet aan het voorgaande niets af. Het college heeft ter zitting toegelicht dat zij werken conform een pilot Beschikkingsarm werken. Dit heeft tot gevolg dat zij, in het belang van cliënten, zo min mogelijk formalistisch werken.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het niet tijdig beslissen (BRE 20/8024) niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen de dwangsombeschikking (BRE 20/8921) ongegrond;
- draagt de griffier op het betaalde griffierecht van € 48,- in de zaak BRE 20/8921 aan eiser terug te storten.