ECLI:NL:RBZWB:2021:2006
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
Op 22 april 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). De eiser had op 10 maart 2020 beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV van 20 januari 2020, dat betrekking had op de Ziektewet. In het procesverloop werd de eiser gewezen op de verplichting tot betaling van griffierecht, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De eiser ontving op 21 februari 2021 een aangetekende brief waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht niet was ontvangen en dat hij dit binnen vier weken moest betalen om ontvankelijkheid van het beroep te waarborgen.
De rechtbank constateerde dat het griffierecht niet tijdig was betaald, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De rechtbank heeft de zaak zonder behandeling ter zitting afgedaan, in overeenstemming met de relevante artikelen van de Awb. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum, en de rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door rechter L.P. Hertsig, in aanwezigheid van griffier S.J.E. Loontjens. Partijen hebben de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.