ECLI:NL:RBZWB:2021:2005
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdige betaling van griffierecht
Op 22 april 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De eiser had op 19 december 2020 beroep ingesteld tegen een besluit van 14 december 2020, dat voortvloeide uit een primair besluit van 15 oktober 2020. De rechtbank constateerde dat de eiser niet had voldaan aan de verplichting tot betaling van het griffierecht, ondanks herhaalde waarschuwingen. De eiser was schriftelijk gewezen op deze verplichting en had een aangetekende brief ontvangen waarin werd aangegeven dat het griffierecht binnen vier weken na de datum van de brief moest worden betaald. Aangezien de betaling niet tijdig was ontvangen, verklaarde de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door mr. L.P. Hertsig, in aanwezigheid van griffier mr. S.J.E. Loontjens, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum. De partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen een termijn van zes weken.