Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 april 2021 in de zaak tussen
[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
(...) De aanwezige verkeersspiegel aan de overkant van de kruising komende van de [straatnaam 2] , biedt een goed overzicht op de [straatnaam 1] en het fietspad. De verkeerskundige wil de verkeersspiegel dan ook te laten staan. Daarnaast moet de haag aan de zijkant van het perceel [straatnaam 1] [huisnummer 2] worden verlaagd tot dezelfde hoogte als de haag aan de voorzijde van het perceel. (...) De haag is inmiddels gesnoeid tot de aangegeven hoogte. (...) Het klopt dat sprake zou zijn van verwijdering van de haag , maar de bewoners wilden de haag adopteren. De bewoners hebben een wijkdeal gesloten met gemeente Breda over de haag aan de zijkant (...). U vraagt om de betaling van een dwangsom van € 1.442,- vanwege de late afhandeling van uw schrijven. (...) Uw schrijven betreft een klacht en is geen ‘beslissing op een aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.’ Dit betekent dat de dwangsomregeling in het onderhavige geval niet van toepassing is. Uw verzoek om een dwangsom wordt derhalve afgewezen. (...)’
(...) Helaas heb ik (...) moeten constateren dat de gemeente nog geen actie heeft ondernomen om de onveilige situatie op te heffen. (...) Bovendien verwacht ik niet anders dan dat de gemeente handhavend handelt op oneigenlijk gebruik van gemeentegrond. (...)’. Dit wordt nog eens bevestigd in de e-mail van eiser van 27 april 2019 waarin hij schrijft: ‘
(...) Ik heb vast kunnen stellen dat deze haag niet door de gemeente daar is aangeplant (...). Buiten het feit dat deze dus tot een gevaarlijke verkeerssituatie leidt, staat deze er ook nog eens illegaal. Ik verzoek u wederom en nu op zeer korte termijn passende maatregelen te nemen. Mocht u mij binnen 14 dagen (...) niet geïnformeerd hebben (...) binnen welke termijn de aanwezige beukenhaag uiterlijk verwijderd zal zijn, dan zal ik de gemeente Breda in gebreke stellen. (...)’.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt het college op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 178,00 aan eiser te vergoeden.