Op 14 januari 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. Eiseres had op 12 november 2020 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het college op haar bezwaarschrift. Dit bezwaarschrift was ingediend naar aanleiding van de afwijzing van haar verzoek om handhaving met betrekking tot de slechte onderhoudssituatie van een pand. De rechtbank heeft het beroep versneld behandeld en vastgesteld dat het college de beslistermijn had overschreden. Eiseres had op 7 september 2020 het college in gebreke gesteld, waarna meer dan twee weken waren verstreken zonder dat er een besluit was genomen. De rechtbank oordeelde dat het college een dwangsom van € 1.442,- had verbeurd, omdat het niet tijdig had beslist. Daarnaast werd het college opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een beslissing op het bezwaar bekend te maken. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het niet tijdig nemen van een beslissing en veroordeelde het college tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.