Uitspraak
- [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats] op 19 november 2004;
- [minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats] op 1 juni 2006;
- [minderjarige 3] , geboren te [geboorteplaats] op 13 augustus 2008.
1.Het verdere procesverloop
- de beschikking van 28 augustus 2018;
- het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 21 juni 2019;
- het F9-formulier, op 16 juli 2019 ingediend door mr. Bakkum;
- het F9-formulier, op 23 juli 2019 ingediend door mr. Wouters;
- de F9-formulieren, op 5 februari 2020 en op 6 juli 2020 ingediend door mr. Bakkum;
- de afsluitende rapportage van de Ouderschapsbemiddeling, d.d. 27 juli 2020, opgesteld door Juvent;
- het F9-formulier, op 1 september 2020 ingediend door mr. Bakkum;
- het F9-formulier, op 8 september 2020 ingediend door mr. Wouters.
2.De verdere beoordeling.
de familiekamerrol van 7 september 2021, of zoveel eerder als mogelijk is, bij de rechtbank de eindrapportage over het verloop en de resultaten van het zorgtraject in te dienen. Nadat de rechtbank de rapportage van het loket heeft ontvangen, zal zij deze binnen 2 weken doorzenden naar de advocaten van partijen en hen in de gelegenheid stellen daarop binnen 2 weken schriftelijk te reageren en daarbij aan te geven of zij een mondelinge behandeling noodzakelijk achten. Indien het traject niet heeft geleid tot een positief resultaat, verzoekt de rechtbank genoemd loket de eindrapportage tevens tegelijkertijd te zenden naar de Raad, zodat de Raad kan bezien of een onderzoek door de Raad noodzakelijk is.
- welke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken door de ouders komt het meest tegemoet aan de belangen van ieder van de minderjarigen?
- welke vorm van contact met de man komt het meest tegemoet aan de belangen van ieder van de minderjarigen?
- hoe dient de regeling qua aard, duur en frequentie vorm gegeven te worden?
- zijn er ten aanzien van ieder van de minderjarigen afzonderlijk contra-indicaties voor omgang en zo ja, welke?
- in hoeverre zijn deze contra-indicaties op te heffen; hoe, onder welke voorwaarden
3.Uitleg voor [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3]
4.De beslissing
voorlopigezorgregeling vast tussen de man en de minderjarigen [minderjarige 1] , geboren te [geboorteplaats] op 19 november 2004, [minderjarige 2] , geboren te [geboorteplaats] op 1 juni 2006, en [minderjarige 3] , geboren te [geboorteplaats] op 13 augustus 2008: